donderdag 10 december 2009

Sociaal gamen vanuit de Playstation Store

Op het eerste oog ziet de Playstation Store op de PSP (Playstation Portable) er handig uit. Deze online dienst om games en andere zaken te downloaden is sinds de komst van de PSPGo enorm opgekalefaterd. Functioneel is het allemaal zeker en als zaken jouw geld kosten dan is het helemaal niet moeilijk om je financiën te zien slinken in afzienbare tijd. Elk spel ziet er even aantrekkelijk uit en daarin schuilt hem het grootste gevaar.

Als je niet van te voren goed onderzoekt of een game jou wel langdurig vermaak gaat brengen, dan kan het dat je kostbare euro's en MB's besteedt aan bagger. Daarnaast vind ik het altijd goed om je af te vragen of ik het spelletje kan delen met leerlingen bij mijn geliefde geesteskindje, de Gamersclub. De beste aankopen toets ik even aan mijn GALC-principe, in het speciaal op het sociale element (Coop). Het gaat hier overigens niet om serious games, maar om commerciële fun games. Als extra criterium stel ik of je uitkan met 20 euro, het bedrag van goedkoopste variant Playstation Card.

Deze lijst staat los daarmee enigszins los van de reviews die door de vakpers worden geschreven. Ik geef ook geen scores, alleen overwegingen om het spel op te pakken met leerlingen. Ook heb ik geen enkel belang in de Playstation Store. Als verklaard tegenstander van diefstal heb ik een legale, niet omgebouwde PSP 2000.

Goed, mijn top 5:
5 euro / 15 MB
Eenvoudig doch briljant spelletje waar je fruit moet bewegen door de hele omgeving te kantelen. Zo moet je ze schudden in groepjes van 3 of 4, waarna de stuks fruit verdwijnen à la Tetris. Dit spel kun je doen met twee mensen aan één PSP. Ook kun je het spel delen met iemand die een PSP heeft, maar niet het spel bezit. Snel, grappig, onschuldig en competitief. Een IQ-test in zijn zuiverste vorm. Geloof me, dit is echt een hele goede koop voor 5 euro!

Burnout Legends
20 euro/243 MB
Supersnel racespel dat er gelikt uitziet. Vreemd is de nadruk op de spectaculaire crashes, maar omdat het zo overduidelijk onrealistisch is, levert het wel leuke races op met iemand die je goed partij kan bieden. Ook dit spel kun je delen met een PSP-eigenaar zonder dit spel. Omdat het zo vreselijk lang duurt voordat je het spel hebt overgebracht, raad ik je wel aan om een lange race te beginnen; anders wacht je langer dan dat je speelt.


Killzone
20 euro / 1GB
Schietspel van Nederlandse makelij. Dit spel is bijzonder leuk om samen te spelen, omdat je dan met z'n tweeën een missie kunt doen. Daarvoor moet je wel allebei eigenaar zijn van een exemplaar. Overigens circuleert op internet ook een legale, gratis demo waarin je ook al iets tegen elkaar kunt doen (wel allebei op je PSP installeren). de optie game delen levert alleen de ander een demo op. samen gamen is daar geen mogelijkheid.

maandag 23 november 2009

Rolbevestiging in stamppotboekje

Weer een mooi staaltje van gendertoestanden is te vinden in het Unox stamppotboekje dat je bij een paar rookworsten cadeau krijgt. Het is een alleraardigst boekje met 20 recepten van een hoogst interessant stukje Nederlandse folklore: gestampte aardappelen met allerlei zaken er doorheen gemengd. Er staat zelfs een kleine geschiedenisles in te lezen.

Naast smakelijke foto's met de ten uitvoer gebrachte recepten staat er een twintigtal vrolijk illustraties in het boekje waarop allerlei vrouwen een stamppotstamper hanteren of koken. Jawel, vrouwen en alleen blanke vrouwen. Er staat werkelijk geen man in het boekje die achter het fornuis is te vinden. Er staat zelfs slechts één man afgebeeld en die ziet met getrokken bestek toe hoe zijn vrouw met een pan stamppot komt aanzetten. Kinderen wachten eigenlijk ook vooral op mama-met-pan en als er al een kind meehelpt met stampen/koken dan betreft het een meisje. Zelfs in de reclame zijn het alleen vrouwen die het boekje omhoog houden!

Nu zal in het merendeel van de man-vrouwrelaties de vrouw nog wel voor het eten zorgen, maar zal Unox hier een beeld van de werkelijkheid willen tonen? Of zal Unox hier - onbedoeld - stelling nemen door te stellen dat de vrouw achter het fornuis hoort en de man wachtend aan tafel, met mes en vork in de aanslag? Het boekje lijkt in elk geval in allerlei opzichten te getuigen van een mooi stukje vaderlandse folklore en geschiedenis.

zondag 15 november 2009

Feminisering en rolpatronen

Er zijn al enkele jaren veel zorgen over het feit dat in het onderwijs onevenredig meer vrouwen rondlopen dan mannen. Omdat vrouwen meisjesgedrag sneller zullen herkennen (en zullen prijzen) is het voor jongetjes moeilijk om zich te ontwikkelen zoals jongetjes dat gewoonlijk plegen te doen; door te experimenteren en te 'rotzooien'. Als jonge vader van een dochtertje maak ik mij hier overigens net zo goed zorgen over.

Bezorgd ben ik ook vanwege het feit dat de ouderwetse rolpatronen weer terug lijken te komen. Als ik voor mijn dochter speelgoed wil uitzoeken in de speelgoedfolders van de grote ketens, zie ik dat er aparte categorieën zijn voor jongens- en meisjesspeelgoed. Wat moet ik nou doen als mijn dochter straks Transformers leuk gaat vinden, zoals haar papa?

Oh, en dan is er wel 'jongensspeelgoed' voor meisjes: roze walkie talkies of autootjes. Dat vind ik eveneens vreselijk. Niet dat ik iets tegen roze speelgoed heb, het gaat mij erom dat dat spul onder het kopje 'meisjes' wordt neergezet. Bah! (Op het jeugdjournaal geeft de chef van Intertoys ook precies de verkeerde reactie op dergelijke vragen van meisjes...)

Is alleen leeftijden aangeven bij speelgoed niet genoeg? De altijd verrassend slimme Dr. Frans X Plooij heeft zijn uiterste best gedaan om zijn 'Oei ik groei!'-reeks ook in de Intertoyswinkels te proppen: had hij dit alles niet een halt kunnen toeroepen?

Nu is het net alsof meisjes per definitie gehuld moeten zijn in een roze zoetheid waarbij het glazuur van de tanden spat. Lever die roze prinsesjes met hun roze speeltjes af bij een basisschool waar alleen juffen werken en jongetjes hebben helemaal geen kans meer op een eigen ontwikkeling!

woensdag 4 november 2009

Corrigeren in de toekomst?

Vandaag heb ik een leuk gesprek gehad over corrigeren. Alle digitale hulpmiddelen ten spijt, als ik een grote tekst moet redigeren of nakijken, dan draai ik de het liefste uit om er ouderwets met de rode pen doorheen te gaan. Dat komt omdat je anders per inzending (en dat zijn er nogal eens wat) moet downloaden-corrigeren-uploaden en dat is een heel gedoe.

Met toepassingen als Windows Live en Google Docs gaat dat wel beter, maar je blijft klooien met commentaarblokjes en aanverwante artikelen. Zeker als je een document vaker bekijkt is er geen duidelijke geschiedenis te zien in de totstandkoming van een eventueel glanzend eindproduct. Tegelijkertijd is het duidelijk dat de techniek dusdanig voortschrijdt dat een professionele droom haast binnen bereik moet komen: een soort Apple tablet waarop je het document van je student/leerling opent, daar streep je alle aandachtspunten met zo'n styluspen rood aan, je drukt op een knop en de auteur krijgt het zaakje gecorrigeerd terug. (En de correcties staan vastgezet, zodat er niet meer aan getornd kan worden.) Eventueel open je een Wave waarin je nog wat zaakjes bespreekt.

Hoe lang nog voordat elke leraar dit dagelijks kan doen?





maandag 2 november 2009

When people on Twitter act like idiots

Twitter user blumplum was mildly critical towards writer Stephen Fry, but I can imagine he didn't intend to unleash such a fuzz on the web. A still unknown number of users joined in what became a large, text based riot on the internet. Of course it's Mr. bumplum's right to express his feelings and it's Mr. Fry's right as well to delete users who say things he doesn't want to hear. That's all okay with me and there has been written more than enough about that.

What's bothering me are the people who joined in in the discussion, especially the users who were absolutely too rude in saying whatever they said. This case isn't only interesting as an exemple of how fast and powerful Twitter is, to my opinion it's also a cry towards people who raise and educate children.

The main reason why kids spend time on the internet is communication. As interaction in the non-digital world has it's rules, obviously communication online has these same rules. But when people hide behind nicknames and avatars they can feel more free to do things they would never do when not on the web.

I really feel like a preacher when saying all this, but I mean it: if the future is to the youth, why not invest in teaching them how to behave online? Otherwise they may well grow into the same 'adults' who feel free to insult anyone who stick out their necks.

zondag 1 november 2009

A Way Of Holding Attention

This is certainly a way of holding the attentions of your students! A great way to use old and new tools together in your classroom!



dinsdag 13 oktober 2009

Google Wave and new forms of education

The next step in communication clearly is Google Wave. Thanks to my former pupil Patrick I got an invite for it; first for a preview and hopefully soon for the real thing. Anyhow, what I see at the preview is very impressive. Basically Google Wave allows you to create a blip in which you can write, collaborate and share in real time. All functions work very intuitive: Wave can be the new base from which you start your communication via blogs, YouTube, Docs or whatever. Above all, it can be the very base from where you can communicate with your student, pupil and/or colleague.

For example: give your students the assignment to create the perfect answering model to some questions in the book you use. When you allow them to work freely, in the end you can actually have the perfect answers (collective intelligence) and thanks to the playback option you can analyse the process with everyone as well: who said what and whose contribution was helpful to others?

Exchanging data will be a lot easier, so imagine an afternoon on which your students are working on some subjects they have chosen to research. Instead of working together on a text document, they start a new wave with each other and you and start working on the paper or the presentation which will be the end result. It will be very easy for them to make a collection of the right material to use. And when further questions rise, they can invite other people, specialists maybe, to wave with them to an answer.

Google Wave looks like a giant leap towards the ultimate communication technology for education. However, as a good teacher, you have to train your students very well to use search engines, to work with sources and to be communicative, modest and polite before and during the waving.

I'm looking forward to hearing from anyone what their experiences are with Google Wave in the classroom. (As well as to what the answer of Microsoft will be to this great invention.)

To be continued!



zondag 13 september 2009

Een gamersclub starten

"Op het Canisius College is ook gamen een sociale bezigheid. Op diverse middagen in het schooljaar organiseren de CC Gamers middagen voor alle Canisianen, waar je jouw PSP, Nintendo DS of Gameboy kunt meenemen om met en tegen elkaar (en je docenten!) spelletjes te doen. Een paar keer per jaar ben je ook welkom op een groter game event, alwaar je je vaardigheden kunt tonen op de Wii, PS3 of Xbox 360, maar dan op grote projectieschermen!

Neem alvast een kijkje op de website en op moodle. Cheats, vloeken en weddenschappen voor geld zijn verboden. Adviseurs (en haast onverslaanbare gamers) zijn de heren Kevin Büttner en Martijn Wijngaards."

Bovenstaande tekst staat de lezen op de website van het Nijmeegse Canisius College, de school waar ik het grootste deel van mijn werkweek doorbreng. Ik heb al eens eerder gepost over mijn idee van een gamersclub. Het concept is nog steeds een groot succes en een welkome aanvulling op het - niet geringe - aanbod aan buitenles activiteiten. Er zijn zelfs mensen van andere scholen die mij vragen hoe je zo'n club nou opzet én draaiende houdt. Voor die mensen is onderstaande tekst.

Overtuiging

Voordat je überhaupt begint aan het opzetten van een nieuwe buitenlesactiviteit, moet je ervan overtuigd zijn dat je het wil doen en dat je het kunt doen. Ervaar je je hele werkweek als te druk? Niet doen! Weet je niet wat een NDS of een PSP is? Snel bijleren! Ik heb het geluk dat ik in Kevin Büttner een buitengewoon enthousiaste en kundige collega heb getroffen.

Teambuilding

Zeker in de beginfase is het belangrijk dat je een stel enthousiaste leerlingen hebt die samen met jou de schouders onder een nieuwe activiteit willen zetten. Je moet mensen niet alleen selecteren op het goed kunnen gamen; je hebt ook lieden nodig met organisatorische kwaliteiten, met een leuke, frisse uitstraling en van diverse pluimage. Met alle respect: als je alleen nerds in je clubje hebt, dan kom je niet buiten een bepaalde marge op een normale middelbare school.

Vervolgens ga je met de groep leerlingen om tafel zitten. Je kijkt wie welke specifieke kwaliteiten heeft en inspireert ze om daarvan goed gebruik te maken. De leerlingen voelen haarfijn aan met wie ze graag samenwerken, natuurlijk, maar ook hier is het goed om zelf mensen aan elkaar te koppelen. Verstandig is om meteen een datum af te spreken waarop zoveel mogelijk mensen met handhelds komen (NDS en PSP dus). Dat is gemakkelijk te organiseren, want je hebt een ruimte nodig met tafels en stoelen. (Wellicht krijg je de cateraar op school zo gek om voor een natje en een droogje te zorgen.) Vervolgens is het zaak dat de leerlingen en jij zoveel mogelijk mensen werven voor die bijeenkomst.

Organisatorisch is het het handigst als je begint vanuit het principe dat bovenbouwers de activiteit regelen voor onderbouwers.

Promotie

Niets is zo goed voor een organisatie als een paar enthousiaste bovenbouwers die niet noodzakelijk goed gamen, maar wel goed kunnen organiseren. Laat je leerlingen nadenken over promotieacties. Die zullen zich vaak beperken tot het maken van posters of het rondgaan in klassen tijdens lessen om leerlingen uit te nodigen voor een volgend evenement. Dat is natuurlijk voldoende, maar alle beetjes helpen: wat zetten we op de schoolsite? Wat zetten we op de ELO? Schoolkrant? Welke leraren willen meedoen aan het volgende evenement? En geef duidelijk je grenzen aan: als je van je leerlingen als Super Mario verkleed langs lokalen moet, moet je dat alleen doen als je daar zin in hebt (en daar het nut van inziet).

Planning

Op veel scholen is er een rijk palet aan buitenlesactiviteiten. Om ervoor te zorgen dat die niet in elkaars vaarwater gaan zitten is het wijsheid om tevoren het totaal aan activiteiten op een jaarplanner te zetten. Zo komt het niet meer voor dat je geen stroomvoorzieningen meer hebt, omdat er die avond een disco wordt gehouden. Bovendien krijgt een game-event een officiële status als het op een schoolkalender staat.

Kosten-baten

Een gamersclub is een goed promotiemiddel voor een school; er zijn serieus kinderen geweest die hebben aangegeven dat onze club een reden is geweest om voor het Canisius College te kiezen. Dat is een duidelijk signaal - een een mooi compliment. Het loont zich sowieso om minimaal 1 Wii te hebben, 4 controllers en een beamer. Die zijn niet duur en met de juiste spellen heb je veel lol van die zaken. Veel manuren heb je niet nodig. Met 2 personen met 20 lesuren op jaarbasis moet je een heel eind komen. Op een normale jaartaakbelasting is dat een peanut.

De juiste spellen

Wij organiseren geen LAN-party's. Schietspellen zijn sowieso niet erg geschikt voor een game-event. Niet zozeer vanwege het geweld, maar vanwege het feit dat zo'n game pas leuk is als je minimaal 10 minuten speelt. Dat is te lang. Korte, explosieve spellen zijn het leukst om te doen, zo kunnen veel kinderen achter de controllers en kun je snel wisselen van bezetting. Onze toppers zijn Wii Sports, vanwege de lage instap voor veel collega's, Mario Kart (Wii) en Street Fighter 4 (PS3, met die grote controllers). Het is goed als leerlingen nadenken over andere games, maar die zullen snel leren dat je met Fifa 09 een beperkter publiek bereikt en dat onvoorstelbaar veel games leuker zijn om thuis met enkele vrienden te doen; dus niet geschikt voor een gamersmiddag. Overigens, na februari zal er op een mooie, zonnige middag nagenoeg geen kip komen om te gamen. Je schooljaar begint in de herfst en eindigt tegen de lente.

Beter

Onze ervaring is het dat een school beter wordt van een gamersclub. Gamersevenementen worden goed bezocht, voornamelijk dus met handhelds en af en toe met beamers. Veel timide leerlingen durven wel naar de gamersclub te komen, terwijl ze normaalgesproken geruisloos van school verdwijnen na de eindbel. Juist voor die groep is het goed dat zij te maken krijgen met enthousiaste bovenbouwers en grote groepen medeleerlingen die eenzelfde hobby hebben. Je bent van harte welkom om op het Canisius College te kijken hoe we het doen.

woensdag 9 september 2009

Tegeltje

Deze kan zo op een tegeltje, maar ik vind hem wel bijzonder mooi:

‘No written word, no spoken plea
Can teach our youth what they should be
Nor all the books on all the shelves
It’s what the teachers are themselves

Ik las deze spreuk in dit interview met John Wooden, overigens ook erg indrukwekkend allemaal.

vrijdag 28 augustus 2009

Cursus Historische letterkunde online als basis

Volgende week woensdag mag ik aan de masteropleiding Nederlands van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen een cursus Historische letterkunde geven. Daar heb ik onnoemelijk veel zin in. Zo'n cursus opzetten vergt enige voorbereiding, al was de opdracht meer dan een droom ("Je bent God in Frankrijk..."). Moet ik nou ook een reader gaan maken? Wat is er online?

Als ik historische letterkunde geef, ga ik uit van een canon. Die baseer ik op wat mensen als Marita Mathijsen, Herman Pleij en Thomas Vaessens als boeken beschouwen die iedereen gelezen moet hebben (NRC, 5 maart 2005) en opvattingen en voorkeuren die ik zelf heb. Overigens, ik ben niet zo stringent: een ontwikkeld mens moet deze werken minimaal kunnen duiden.

Daarnaast ga ik er niet van uit dat mijn studenten alles enorm minitieus uit het hoofd leren, maar dat ze dat losjes doen door het maken van een naslagwerk. Dat naslagwerk mogen ze niet alleen gebruiken tijdens tentamens, maar hopelijk geeft het ze ook een stevige basis voor hun werk als eerstegraads leraar.

Voor alles wat ik niet in de colleges kan vertellen heb ik een website gemaakt. Dat was gemakkelijker dan ik dacht; haast alle door mij als canoniek bestempelde werken staan online. Daarnaast heb ik een leeslijst kunnen maken met enkele goede of aardige inleidingen in de verschillende geestelijke domeinen en tijdvakken van eveneens online bronnen, voornamelijk van de DBNL.

Het materiaal is dus weliswaar door mij bijeengebracht, het is ook openbaar. Daardoor is de site als basis voor een cursus goed te gebruiken. De bronnen vallen uiteen in normale bronnen (iets wat een 6 vwo-leerling moet weten), meer (iets wat een leraar moet weten) en meest (voor de liefhebber). Met deze gelaagdheid probeer ik studenten uit te dagen meer te weten te komen. Bovendien is de site zo ook bruikbaar voor het middelbaar onderwijs. Je moet er dan nog wel een beoordelingssysteem aan koppelen en hierbij kun je denken aan principes uit het gamen: beloon je student of leerling met een extra certificaat of aantekening als ze ervan blijk geven dat ze ook de meest-afdeling hebben bestreken.

Het is mijn bedoeling om de site op te hangen aan een digitale leeromgeving. Via die weg kan ik dan in gesloten boxen communiceren met mijn studenten. Nogmaals, de site is bedoeld als basis. Als je geïnteresseerd bent kun je deze vinden achter de knop 'HAN Master Nederlands [...]' op mijn website www.martijnwijngaards.nl. Ik hoor graag je reactie!

woensdag 26 augustus 2009

Vakantie afgelopen; waarschuw je leerlingen!

Veel leerlingen/cursisten/studenten van ons hebben hun vakantie doorgebracht aan zonnige stranden. Natuurlijk hebben ze driftig foto's geschoten en in veel gevallen worden die gebruikt als profielfoto op Hyves of aanverwante sites. Het is ook hartstikke leuk dat je je kiekjes op deze manier kunt delen, maar er kleeft ook gevaar aan.

Enkele jaren geleden werd ik al eens opgebeld door een oud-leerling uit Arnhem. Zij had net een baan misgelopen op een basisschool, omdat er een topless foto van haar op internet was opgedoken tijdens haar sollicitatieprocedure. Die foto had ze zelf op een profielsite gezet, maar die was nu op allerlei louche sekssites te bewonderen. (Je vraagt je tegelijkertijd af hoe zo'n basisschool aan die foto is gekomen, maar dat terzijde.) Je kunt best discussiëren over hoe onschuldig zo'n foto is, maar feit is wel dat vreemde mannetjes topless- en bikiniplaatjes van profieltjes roven en elders tonen. Dat kan heel vervelend uitpakken voor nietsvermoedende meisjes.

Vorig jaar gaf ik een voorlichtingsavond over dit soort zaken, toen mijn speech werd onderbroken door een moeder die meldde dat zo een bikinifoto onwisbaar op internet was gekomen. Haar dochter had vol trots een foto van haar moeder en zijzelf op Hyves gezet en ook die was gebietst en met allemaal bizarre teksten op nog vreemdere sites geplaatst.

Het is heel moeilijk om de verantwoordelijken voor dit soort sites te pakken te krijgen. Deze lieden opereren vaak niet vanuit Nederland of België; ze kunnen overal zitten. Het kan dus goed dat je jaren later nog eens plotseling aan zo'n foto wordt herinnerd op een moment dat het jou niet goed uitkomt. Zelfs een voldoende afgeschermde Google Afbeeldingenzoekopdracht kan je al confronteren met jouw eigen strandbezoek van weleer.

Het is leuk dat de overheid ook een campagne is gestart op dit vlak, maar ik denk dat wij ook écht zelf aan de slag moeten gaan. Waarschuw in de eerste weken je (mentor-)leerlingen dat ze bijzonder goed nadenken óf ze al hun foto's op hun profiel willen zetten. Áls ze dat dan willen doen, dan moeten ze de toegang er naartoe héél goed afschermen. Het lijkt me voor niemand prettig om hardhandig en hardnekkig te worden geconfronteerd met je eigen naïviteit.

maandag 8 juni 2009

Docent op Hyves: enkele tips

In de laatste editie van het Onderwijsblad van de AOb stond het aangrijpende verhaal van een docent die zijn ontslag moest nemen, omdat hij onwelgevoegelijk gedrag zou hebben tegenover een leerling op Hyves en MSN. Wat hem is overkomen is de nachtmerrie van iedere weldenkende leraar. Van zulke aantijgingen kan ik serieus al wakker liggen! Goddank is me zoiets nog nooit overkomen en ik blijf ook voorzichtig.

MSN'en doe ik überhaupt al niet en áls ik het al zal doen, dan niet met leerlingen. Dat gaat te direct en dat vind ik te moeilijk te controleren.

Ik houd er wel een Hyves op na. In principe is niet alles toegankelijk voor iedereen. Wel heb ik besloten om leerlingen toe te laten, maar niet zomaar. Niet dat ik de waarheid in pacht heb, maar ik heb wel enkele regels bedacht voor mijzelf die mogelijk als tips kunnen dienen voor collega's die ook met Hyves bezig zijn.

  1. Plakmuur
    Mijn Hyves gebruik ik als scherm dat ik om mijn privéleven heen heb gebouwd. Op die 'muur' plak ik een enkel plaatje of filmpje van dat privéleven. Ik blog wat over muziek of games die ik leuk vind en verder houd ik alles luchtig. Té veel foto's is fout, daarvan is niet te peilen wat er mee gebeurt en kan onverwacht tegen jou werken.
  2. Krabbels sturen
    In principe stuur ik al mijn 'vrienden' een krabbel op de verjaardag. Of ik antwoord op krabbels. That's it. In het AOb-blad stond het al: je bent 24 uur per dag leraar. Houd dat te allen tijde in je achterhoofd.
  3. Krabbels managen
    Krabbels die mij niet bevallen verwijder ik. Als het krabbels van leerlingen zijn, dan spreek ik ze op school daarop aan. Ook als ik foto's zie die ik niet door de beugel vind kunnen of waarvan ik denk dat die tegen de leerling gaan werken. Krabbels over schoolzaken verwijder ik sowieso: daar heb ik schoolmail voor.
    Dit betekent wel dat je elke dag heel eventjes je Hyves moet checken.
Bij mijn eerste baan heb ik gezien hoe een fijne collega te grond werd gericht door een leerling die doelbewust kwaad wilde. Daartegen is weinig kruid gewassen. Wel is het goed om te weten wat er online voor een informatie over jou te vinden is. Als er ooit stront aan de knikker is, dan is het goed als je kunt laten zien dat jij wel goed heb nagedacht over jouw virtuele zelf.

Hyves is iets moois. Natuurlijk! Maar gebruik het met mate.

maandag 1 juni 2009

Need I Say More?


Een paar weekjes nog en dan ben ik vader (!)... Gelukkig koester ik het kind nog in mijzelf, dus volgens mij komen we er met z'n allen wel uit. ("Nee, dat is de Playstation van papa... Daar is de Wii...").

Hoe dan ook, briljante cartoon. Dit soort verzuchtingen hoor ik ook wel eens van leerlingen. Hier moet je als onderwijzer én als ouder een antwoord op hebben.

donderdag 21 mei 2009

Boeiend presenteren

Als je ziet dat je leerlingen niet zo goed presenteren als je hoopt, moet je ingrijpen. Maar hoe? Dan kun je wel een boekje bij elkaar gaan typen, maar de meesten flikkeren dat toch weg. In het kader van een projectweek op ons Canisius College heb ik het eens anders kunnen proberen: ik heb een hele jaargang 4 havo'ers en 4 vwo'ers (in 3 groepen) voor me mogen hebben om mijn ideeën over een boeiende presentatie aan hen voor te leggen, in een - tja - presentatie.

Er wordt wat aangemodderd met powerpointjes door leerlingen en van hun docenten krijgen ze niet zelden geweldige antivoorbeelden. Maar een goede posterpresentatie houden is ook een niet onderschatten kunst. Onze leerlingen moesten onderzoekjes doen en die presenteren aan elkaar en aan ons, de docenten. Ideetje van de exacte vakcollega's bij ons (Anke Vermeulen en Rembrandt de Witt). Die presentaties hebben we weer geëvalueerd naar aanleiding van mijn praatje en blaadje aan het begin van de week.

De leerlingen waren over het algemeen best te spreken over deze projectweek - en dat is eerlijkgezegd wel eens anders geweest. Wordt vervolgd dus!

Hieronder mijn blaadje bij het praatje, compleet met elementaire checklist. Het is mijn tegenhanger van het hierboven beschreven boekje, waarbij ik heb geprobeerd om vanuit de leerling te denken. Tegelijkertijd heb ik óók weer mijn informatie willen overbrengen. Het blaadje staat natuurlijk niet los van mijn presentatie. 

(Graag wel even melden als jij er iets mee wilt doen!)



woensdag 20 mei 2009

Concours de la Chanson d'Alliance Française


Het feit dat Elise Bos en haar band de finale van het Concours de la Chanson (de laatste 8 van Nederland!) hebben bereikt is een hele prestatie. Met een wervelend optreden hebben Elise, Carmen, Jesse, Daniël en Jimmi de liedjes Le signe en Mon trésor te berde gebracht. Dit was eigen materiaal, dat Elise samen met docent Nederlands Martijn Wijngaards heeft geschreven, met hulp van docent Frans Anne Melchers. De eindprijzen zijn door andere, zeer goede acts gewonnen (met als grote winnaar La Gaîté), maar hoe dan ook kunnen Elise Bos & Band met een opgeheven hoofd terugkijken op een mooie dag in Amstelveen.

Elise, Carmen, Jesse, Daniël, Jimmi en Martijn willen alle (examen!-) leerlingen, docenten, vrienden en familie bedanken die in Amstelveen zijn geweest, of die anderszins van hun betrokkenheid hebben blijk gegeven.

Live op Radio Gelderland, vrijdag 22 mei tussen 11 en 12 uur!

Persbericht Elise Bos & Band
Website Alliance Française
Elise Bos en band in de pers:
klik hier.

vrijdag 3 april 2009

Racespellen maken agressief? Doe dan sociaal!

Volgens twee onderzoekers uit Groot Brittannië worden gamers agressiever van spelletjes waarin geracet wordt, dan die waarin wordt geschoten. Daar kan ik mij best iets bij indenken, want van een goed racespel kun je best heel gejaagd raken. Bij schietspellen moet je vaak heel kalm blijven: rustig bewegen, schuilen achter objecten, kijken, schuilen, kijken en schieten.

Ik ben dol op racespellen. Op mijn vertrouwde PSP race ik graag (Burnout Legends, Need For Speed, Ridge Racer) en - al zeg ik het zelf - ik ben best goed in die games. Schieten boeit mij iets minder; zo af en toe vind ik het leuk om zo'n spel te doen. Op de PC heb ik een tijdje Call Of Duty 2 gedaan, maar nadat ik het had uitgespeeld heb ik het cd'tje nauwelijks aangeraakt. Hoe dan ook, ik verbeeld mezelf dat ik weet waar ik het over heb.

Terug naar het onderzoek: 30 mensen zijn onderworpen aan het spelen van 2 games: Project Gotham Racer, een fps (first person shooter - type je-ziet-alleen-de-geweerloop -) en een tennisspel. Kort en goed: resultaat is dat de gamers het meest opgefokt reageren na het racen.

30 mensen. Dat klinkt nog niet heel representatief. Daarnaast: als ik een fps doe en keer op keer op keer niet langs een eindbaas kom, dan word ik ook knap chagerijnig. Bovendien ben ik benieuwd wat er gebeurt als je zou racen met Need For Speed, waarin de auto in de regel niet kapot kan. Of: wat zou er gebeuren als je Mario Kart zou doen? Word je agressief van zo'n racespel, met allerlei absurde grappen en grollen?

Met een aantal leerlingen speel ik wel eens een game op vrijdagmiddag. Dan koppelen we een console aan de beamer of we gamen met PSP of Nintendo DS. Van dat samen gamen zie ik vooral dat het er heel gezellig en sociaal aan toe gaat. De grote favorieten zijn Burnout Legends op de PSP (racen dus), Tekken op de PSP (vechten) en Mario Kart op de DS of Smash Bros Brawl (vechten) of Mario Kart op de Wii. Ze mogen bij ons best komen meten, want 30 mensen kan ik wel leveren. En ik zie ze allemaal opgewekt de deur uitgaan, in plaats van opgefokt.

Bekijk hier een leuke impressie van zo'n middag, gemaakt door Kiyara Venner:

woensdag 1 april 2009

Ook onderwijs: mijn leerlingen in finale Concours de la Chanson!

Mijn getalenteerde, zingende leerling Elise Bos is doorgedrongen tot de laatste acht deelnemers aan een landelijk Concours de la Chanson van de Alliance Française. Zij wordt daar begeleid door andere leerlingen: Daniël Eskens (bas), Jesse Smits (gitaar), Carmen van Mulier (piano) en Jimmi Hueting (drums).

Elise en haar band zullen 2 liedjes ten gehore brengen. In elk geval Le signeen Mon trésor. Deze liedjes heb ik samen met Elise geschreven, maar later is Elise zelfs nog in haar uppie aan het schrijven geslagen!

Hoe dan ook: kom kijken! Het kost €18, het is in Amstelveen (17 mei, 14.30 uur), maar voor dat geld heb je ook wat: de show wordt gepresenteerd door Ivo Niehe en in de jury zitten onder meer Liesbeth List en Tonny Eyk. Niet gering dus!

Ik ben er heel erg trots op dat ik deze sympathieke, getalenteerde mensen mag begeleiden en dat wij de eindronde hebben bereikt van zo'n groot evenement! (Wende Sneijders is daar ooit gelanceerd, bijvoorbeeld.)

Welkom!
Voor meer informatie, check: http://www.alliance-francaise.nl/festival/concours_de_la_chanson.php

En voor als je deze nog niet had gezien:




dinsdag 24 maart 2009

Pedofiel op de loer: kind offline halen?

Zojuist was ik een lekker bijtijds thuis. Al zappend kwam ik langs Dr.Phil, waarin werd gesproken van een meisje van 10 dat chatte met een man van in de 40. Die man postte allemaal vieze, seksueel getinte fantasieën naar dat meisje, zaken waar het kind amper raad mee wist. Toch bleef het kind chatten met de man, want de aandacht die hij haar schonk beviel haar wel. De raad van Dr.Phil was resoluut: haal dat kind offline, gooi de computers het raam uit en communiceer voorlopig alleen per postduif.

Mijn primaire reactie was dat ik onmiddellijk geschokt was: hoe kan zo'n kind zich ooit bewust worden van haar online-gedrag als zij niet de gelegenheid krijgt om te oefenen. Is Dr.Phil ook zo'n hysterische Amerikaan (type-Amerika-is-net-Urk-maar-dan-heel-groot) of is hier meer aan de hand? Jazeker.

De vader van het meisje vulde aan dat het contact werd gelegd op een Playstation. Om games heen zijn er hele communities en het is al langer bekend dat pedofielen hun aandacht van MSN hebben verlegd naar typische kinderspellen die een online chatruimte hebben. In het maartnummer van Power Unlimited werd daar ook keurig aandacht aan besteed ('Dames opgepast: de viezeriken liggen op de loer', p.15). De tips zijn luchtig verwoord, maar natuurlijk bloedserieus van aard. ('Wat mensen ook mogen beweren, van topless gamen word je niet beter in het spel.')

Terug naar dat meisje van 10. Het staat buiten kijf dat meisjes op internet kwetsbaarder zijn dan jongens. Dit meisje heeft grote pech, omdat zij nu in de klauwen is gekomen van een pedo (goddank alleen nog online). Bovendien is al het gechat zodanig uit de klauwen gelopen, dat het meisje er ook erg negatief door beïnvloed is. Zonder precies te weten wat ze zegt, uit ze seksueel getinte opmerkingen terug naar de man aan de andere kant. Is zo'n meisje offline halen in dit geval terecht? 
Ik denk het wel. Het meisje moet gekalmeerd worden, haar moet geleerd worden wat normaal wenselijk gedrag is en dat zo'n pedo niet een normale man is. Daarnaast moet zij leren voor welke gevaren zij zich zal moeten wapenen als ze ooit weer online gaat. En dat laatste is wat ik miste bij Dr.Phil. Mag dat meisje ooit weer online? Ik mag toch hopen dat ze weer mag chatten als ze dat bewust kan doen!

Moeten ouders alle digitale middelen voor gevaarlijk aanzien? Nee! Moeten ouders waakzaam zijn? Jazeker! Als pedo's nu de chatboxen bevolken van Barbie- en My Little Pony-achtige games, is het zeker om daar goed van op de hoogte te zijn. Ik raad ouders dan ook altijd aan om te weten wat je kind doet online. Als je verdachte figuren ziet in een chatbox: kijk of je dat kunt melden bij de beheerder. Natuurlijk! Het moge duidelijk zijn dat zulk tuig van mij meedogenloos aangepakt moet worden en zoiets begint toch met melden.

Gelukkig zijn er goede handreikingen online en in de boekhandel (dat laatste zeg ik niet uit familiaire betrokkenheid, maar omdat ik het écht een goed boek vind) voor ouders en die zijn snel en gemakkelijk te vinden indien noodzakelijk. Ik vind het nog altijd dat de voordelen van online communiceren vele malen opwegen tegen de nadelen. Daarom raad ik ouders aan om zich zoveel mogelijk te verdiepen in dit alles. Zo kun je enorm veel voorkomen, waar nodig genezen, maar boven alles nuanceren. Ik vind Dr.Phil best heel tof, maar dat laatste had hij hier ook moeten doen.

woensdag 18 maart 2009

Lezen versus gamen

Leuke tip van mijn 6vwo-leerling Kiyara Venner, met wie ik veel discussieer over gaming. Gevoelsmatig is het helemaal juist wat hier wordt beweerd en ik durf haast te zeggen (als historisch letterkundige) dat het historisch gezien ook een goede hypothese is.


woensdag 11 maart 2009

Chatles! Deel 2: voortschrijdend inzicht

De drukte in de praktijk verhindert me om met theorie bezig te zijn, dus ook met mijn edublog. Er zijn wel interessante ontwikkelingen van mijn werkvloer te melden, want ik ben nog steeds aan het stoeien met mijn chatlessen. Inmiddels heb ik er met mijn 2hv-klas een stuk of 5 lessen opzitten en die hebben me tot een aantal aanvullende inzichten gebracht op mijn vorige stuk omtrent de chatles.

Allereerst: ik deed het al niet, maar chat NIET mee. Dat leidt af en bovendien heb je de neiging om commentaar te geven op alles, zodat je niet meer bezig bent met de leerling in de echte wereld. Vandaag moest ik de neiging een keer écht onderdrukken, maar ik ben blij dat ik dat ook daadwerkelijk heb gedaan: het einde is snel zoek.

Spammende leerlingen kun je goed onder de aandacht brengen bij de evaluaties van het chatlog. Een meerderheid van leerlingen uit mijn 2hv-groep vindt spammers irritant. Recedivisten moeten straf krijgen: zij moeten al hun spam overschrijven op papier (en aangezien die vaak meer dan 300 'berichtjes' telt, is dat een interessante straf). Tja, ik houd niet van straffen, maar de leerlingen hebben dit zelf bepaald. Wie ben ik om daar tegenin te gaan dan? En ja, vandaag heb ik twee spammende dames straf gegeven. Die wilden blijkbaar even checken waar mijn grenzen liggen.

Vandaag hebben de leerlingen een correctiemodel gemaakt van de grammaticaopdrachten uit het boek. Een groot mankement is dat ik nog steeds zoek naar een ideale vorm om de opdrachten uiteindelijk voor iedereen toegankelijk te krijgen. Vooralsnog ben ik toch maar het forum op Moodle gaan gebruiken. Dat idee is uit armoede geboren: de Wiki werkt nog niet goed op Moodle, de woordenlijstfunctie is ook niet ideaal (zie vorige stuk) en de eerst komende paar jaar verwacht ik nog niet via Google Docs- of SkyDrive-achtige omgevingen met 30 leerlingen WYSIWYG te werken aan één enkel document. Geen duidelijk outputkanaal betekent dat leerlingen eerder gaan klooien. Daar zit mijn voornaamste worsteling.

Toch blijf ik nog steeds positief over het principe chatles. Mijn 3 gymnasiumklas heeft een leuk begin gemaakt van een stijlfiguren- en beeldspraakdatabase, mijn 5 havogroep is net begonnen aan een - zeg maar - MMO poëzieanalyse en morgen ga ik met mijn 4vwo aan het schriftelijke betoog.

Wordt dus nog steeds vervolgd!

zaterdag 28 februari 2009

Zorgen over creationisten

Al enkele dagen was ons een gratis foldertje beloofd vanuit protestants-christelijke hoek; een werkje van creationisten ofwel, mensen die geloven in intelligent design. Daar kan ik mij altijd enorm op verheugen, want sinds de Passion Of The Christ-folder van David Maasbach ('Jesus He Knows Me') heb ik weinig vermakelijks medegedeeld gekregen van de bekeerdriftige medemens. Een dag later dan aangekondigd vond ik het slappe, papieren boekje tussen een pakketje foldertjes van Kruidvat en C1000. Evolutie of schepping heette het werkje en middels een soort stempelachtig logo werd mij toegeschreeuwd dat het lezen ervan een zaak was van levensbelang. Haastig begon ik met lezen om uiteindelijk tot de conclusie te komen dat ik dit boekje en achterliggend denken een groot gevaar vind voor het onderwijs.


Op bijhorende website www.creatie.info staat te lezen dat een groot comité van goed opgeleide mensen dit gedachtengoed ondersteunt. Daarnaast is er ook nog lesmateriaal te vinden, waarvan je hart als te-learner ook niet sneller gaat kloppen: wat knullige sites en powerpoints. Hoe dan ook: een en ander wekt de indruk dat er goed is nagedacht over de hele boodschap. Jammer alleen dat er zoveel flauwekulargumenten worden gebruikt.


Het boekje begint met vast te stellen dat onze gedachten bepalen wat we zien; ons waarnemen van feiten zal altijd persoonlijk worden ingekleurd. Daar breng ik niets tegenin, alleen mis ik ergens een zinnetje dat de auteurs hieraan toch ook onderhevig moeten zijn. Maar goed, tot dusver ga ik met hen mee.



Moeilijker wordt het als de vraag wie God is beantwoord moet worden. De schrijvers hebben duidelijk voor ogen dat God een persoon is, want er is sprake een Schepper. Daarmee is meteen helder welke gedachten bepalen wat wordt gezien: veel mensen van allerlei religies zien God als een onpersoonlijke kracht en die vallen meteen af. De nadenkvraag begrijp ik niet zo goed in deze context: de vraag waarin een aap voornamelijk verschilt van een mens vind ik raar onder het kopje 'Wie is God?' en bovendien heb ik het idee dat ik word gedwongen een bepaald antwoord te geven: de mate van allerlei vormen van bewustzijn zijn bij de mens allicht groter.



Er zijn volgens de auteurs twee soorten wetenschap: technische en historische. In hun ogen sluiten deze wetenschappen elkaar uit, getuige de nadenkvraag: "De evolutietheorie geeft een verklaring over iets dat miljoenen jaren geleden gebeurd zou zijn. Is dat een technische of een historische wetenschap?" Mag ik gaan voor allebei?



De grenzen van het strijdperk zijn getrokken en vanaf pagina 4 gaan de schrijvers helemaal los. De raarste vragen schieten aan de lezer voorbij. Zien is geloven: dit principe dat vaak tegen christenen wordt gebruikt, wordt nu handig ingezet als wapen: heb jij ooit een mens zien ontstaan uit een eencellig organisme? Zie jij om je heen geleidelijk aan evolutie plaatsvinden? De nadenkvraag op deze bladzijde vind ik zo vreemd dat ik niet precies hoe ik die moet opvatten: "Trein 1 verlaat station A om 10.35 uur en hij rijdt met een gemiddelde snelheid van 93 km per uur naar station B. Hoe duur is 50 gram pindakaas van Calvé bij Albert Heijn?"



Hilarisch wordt het boekje als verkapt wordt verwezen naar de zondvloed, waarmee meteen een verklaring wordt gegeven voor fossielen die door de grenzen van aardlagen heen liggen. Als op bladzijde 6 wordt verwezen naar een schoolboek uit 1879 met plaatjes van verschillende embryo's is het mij volkomen duidelijk dat de argumentatie in het hele boekje wetenschappelijk gezien erg zwak is. Behalve conclusie 2 vind ik de hoofdpunten waarop de auteurs uiteindelijk uitkomen buitengewoon onwaar.



De evolutietheorie is geen geloof. Punt. Het woord theorie betekent dat het een opeenvolging van gedachten is die getoetst kunnen worden middels proeven. Dingen uit het verleden kunnen wel degelijk technisch worden bewezen, denk aan koolstofdatering. Het letterlijk nemen wat in de Bijbel staat is wel geloof en voor mij begint geloof waar wetenschap eindigt.



Bovendien heb ik iets tegen de term intelligent design. Er zijn bepaalde zaken in de natuur die ik helemaal niet zo slim vind aangelegd: hierbij denk ik aan het bevallen van zoogdieren (een ei leggen lijkt me gemakkelijker), mannelijke genitaliën (en kou) of de kleine teen.



Ik heb een katholieke opvoeding gehad en tot ongeveer mijn tiende heb ik geloofd dat wat in de Bijbel stond allemaal letterlijk waarheid was. Later ben ik gaan worstelen met allerlei zaken waarbij ik tot de conclusie gekomen ben dat als God mij onvoorwaardelijk zou liefhebben, ik het buitengewoon onsportief en gemeen zou vinden als hij/zij/het mij na mijn leven zou beoordelen. Daarna ben ik tot de conclusie gekomen dat de wetenschap mij oneindig veel te bieden heeft.



Nu, opgeleid als historisch letterkundige, vind ik verschillende Bijbelboeken prachtige teksten voor wat betreft vorm en inhoud en ik kan daarvan erg genieten. Ook The Origin of Species van Charles Darwin is erg mooi geschreven. Bovendien weet Darwin zelf ook niet waar, waarom of door wat de evolutie is begonnen. Daar ligt voor christenen zeker een kans om op in te gaan. Een theorie hoeft geloof van mensen niet uit te sluiten. (Neale Donald Walsch heeft daar leuk - en winstgevend - over geschreven.)



De polariserende doctrine van Evolutie of schepping vind ik iets dat net zo ver van kinderen moet worden afgehouden als het niet-inenten tegen polio of het omkleden van broek naar rok in een koud fietsenhok. Hooguit zal ik het boekje inzetten als voorbeeld van drogredenen, want er zitten er genoeg in om een bovenbouwklas havo of vwo een goed lesuur mee bezig te houden. En ik zal altijd naar iedereen uitdragen dat je als wetenschapper overal voor moet openstaan, maar dat je alles wat je vindt goed moet kunnen onderbouwen.

zondag 22 februari 2009

Scratch!


Heb je vakantie? Is het bij jou ook rotweer buiten? Heb je even niets te doen? Dan heb ik een leuke tijdsbesteding voor je en die is nog nuttig ook. Tenminste, als je ermee overweg kunt. Als je er nog nooit van hebt gehoord, krijg je deze tip van mij: gebruik Scratch. Dit is een handig, relatief laagdrempelig programmaatje waarmee je animaties en games kunt maken.

Ik ben nog even niet zo behept dat ik een 'GALC-proof' serious game heb kunnen vervaardigen, maar een kort, simpel probeersel wil ik je niet onthouden. (Druk op het groene vlaggetje, zet het geluid open en gebruik de cursors om het poppetje te laten dansen...)

Je kunt de animaties en games delen met anderen,  je kunt commentaar leveren en ze zelfs downloaden en weer herbewerkt terugzetten op de site! De mogelijkheden zijn werkelijk enorm. Nu al is Scratch een leuke uitdaging voor leraren en trainers die hun verhaal willen opfleuren.

Dus: voor iedereen die niet op de lange latten of in de polonaise staat de komende dagen: ga lekker knutselen. En: als je wat leuks hebt gemaakt, ben ik benieuwd naar het resultaat!

zondag 15 februari 2009

Chatles!

Stukje op microniveau met een ideetje van mij: lesgeven via de chat. De ingrediënten die ik tot mijn beschikking heb op het Canisius College: 3 lessen van 50 minuten, een lesmethode (Op Nieuw Niveau hier) een computerlokaal (les 1 en 3), een 'normaal' lokaal met een internetcomputer + beamer (in mijn geval een digitaal schoolbord voor les 2) en een elo (elektronische leeromgeving: op het CC is dat Moodle) en - in dit voorbeeld - een 2de klas op havo/vwo-niveau.

De leerlingen moeten een tekstverklaring maken, maar zij mogen niet direct met elkaar praten; alles wat ze willen zeggen gebeurt in een chatbox die ik op onze elo heb klaargezet een domein (cursus) waarbinnen alleen zij en ik kunnen komen. Zij mogen bovendien alleen communiceren in fatsoenlijke Nederlandstalige zinnen die beginnen met een hoofdletter en eindigen met een leesteken. Ofwel: geen MSN-gehakketak. Hun opdracht: maak samen een wiki (nu even een Woordenlijst, want de wiki werkt nog niet zo goed op Moodle) waarin je het perfecte correctiemodel maakt van de tekstverklaring.

Wat gebeurt er de eerste les? Reken er maar op: die wordt heel interessant. Mijn tweedeklassers begonnen geweldig te ouwebetten via de chatbox. Een enkeling chatte af en toe: "Laten we beginnen met opdracht 1!", maar inhoudelijk is de eerste les niet veel bereikt. Gelukkig kun je een chatlog laten bijhouden door Moodle.

Dat chatlog nam ik mee naar les 2. Op mijn digitale schoolbord heb ik minitieus het log laten zien aan de leerlingen. Doodstil zagen ze precies wie - met naam, toenaam en avatar - wat zei op welk moment, hoe weinig er inhoudelijk is gebeurd. Sterker nog: ze waren geschokt dat ik feitelijk heb blootgelegd wat er normaalgesproken ook kan plaatsvinden in een lesuur: volkomen improductief geleuter. Nee, de leerlingen beloofden beterschap en daarna zijn ze in groepjes van 5 de tekstverklaring gaan maken in hun schrift. Les 2 maakt les 1 leerzaam.

Geloof me: in les 3 waren alle leerlingen aantoonbaar binnen 4 minuten begonnen met de opdracht, verdeelden ze onderling taken en vulde de wiki zich langzaam met antwoorden. Die antwoorden werden verbeterd door anderen en alle commentaar op elkaars werk vond plaats in de chatlog. Ik ben zelfs even het lokaal uitgelopen en teruggeslopen naar het raam naast de deur om ze stiekem te observeren. Het leek alsof elke leerling alleen maar op zijn eigen schermpje zat te kijken, maar aan het chatlog heb ik later kunnen zien dat er enorm werd samengewerkt.

Na iets meer dan een halve les was iedereen klaar, getuige het opkomen van Hyves- en Flashgamespagina's. Ik heb iedereen gesommeerd om naar het gebeamde te kijken en ik heb de leerlingen twee maal kunnen complimenteren: ten eerste was het chatlog voorbeeldig, want de overgrote meerderheid van het geposte was gericht op samenwerking en inhoud. Daarnaast was door hun collectieve intelligentie gegenereerde correctiemodel werkelijk perfect, beter dan het antwoordmodel uit het boek zelfs. Het alleraardigste vond ik nog wel dat mijn leerlingen de lessen er nuttig hadden gevonden.

Als je de uitrusting ervoor hebt, kan ik je zeer aanraden om zulke chatlessen eens te geven. Door de hierboven geschreven afwisseling van activiteit en reflectie heb ik in elk geval erg efficiënt verschillende product-, proces- en subdoelen bereikt met mijn tweedeklassers.

donderdag 5 februari 2009

Minority Reportachtige technologie in jouw les

Gelezen op NU.nl:


LONG BEACH - Amerikaanse wetenschappers hebben een 'mobiel zesde zintuig' ontwikkeld. Met deze gadget kan informatie van internet gebruikt worden in het dagelijks leven.


Dat hebben wetenschappers van de Massachusetts Institute of Technology (MIT) woensdag bekendgemaakt. Het apparaatje is een webcamera, projector, en smartphone met internetverbinding ineen en kan gedragen worden als een sieraad.


Als je bijvoorbeeld wilt weten hoe laat het is, teken je met een vinger een cirkel op je pols en dan wordt de tijd op je pols geprojecteerd. Maak je met je duimen en wijsvingers een kader, dan maakt het apparaatje een foto.

Winkelen
Tijdens het winkelen kan het apparaatje producten herkennen en een signaal geven of het je smaak is. In kranten herkent het artikelen, zoekt er razendsnel het laatste nieuws bij en met eventueel een video erbij kan de informatie op bijvoorbeeld de dichtstbijzijnde muur geprojecteerd worden. ''Je kunt ieder oppervlak gebruiken inclusief je hand als er niks anders in de buurt is'', zei een van de wetenschappers.

Implantaat
De gadget is nog steeds in ontwikkeling. ''Misschien hebben we over tien jaar het ultieme zesdezintuigimplantaat'', aldus de wetenschapper.


Ik zeg:
Wauw! Ik zie mijzelf tijdens mijn plenaire uitleg al lopen naar een muur om daarop een vak te tekenen waarin audiovisueel materiaal is te zien. Of ik teken een vakje op de tafel waaraan de leerling of student zit. Vervolgens laat de student op die manier zien wat die eigenlijk bedoelt. Tijdens een overleg even snel een aantekening maken of iets verduidelijken met opgezochte statistieken.


Als die dingen er zijn, dan stel ik me beschikbaar om zo'n hanger te testen. (Zo'n implantaat moet ik nog even overdenken.) Tot die tijd droom ik lekker even verder...


Klik hier voor een uitgebreider bericht dan dat op Nu.nl


maandag 2 februari 2009

Boeken eruit, elektronica erin

De afgelopen weken was het weer feest op veel Nijmeegse middelbare scholen: proefwerkweek. Er circuleren dan enorme hoeveelheden papier; als een school in de fik vliegt moet die dagen nasmeulen. Een groot aantal van mijn nakijkwerken - want ook voor mij was het party time - was dermate kortcyclisch dat daar inmiddels intelligente elektronische oplossingen voor bedacht moeten kunnen worden. Andere ambachtelijkheden hoeven niet per se vermeden te worden: een grote, maar leuke klus is het lezen van schriftelijke betogen van mijn examenleerlingen.


Als een van de vwo-onderwerpen lanceerde ik de stelling dat op middelbare scholen schoolboeken vervangen moeten worden door minilaptops. Opvallend genoeg werd ov
er deze stelling het meeste geschreven en bovendien was het merendeel van de auteurs voor dit idee. Het idee vind ik helemaal niet zo gek. Wat mij betreft schaffen we grote delen van de boekenlijst meteen af als daar een inhoudelijk sterk, webbased alternatief tegenover staat.

De klassieke driehoek die wordt gebruikt in het onderwijs (leerling, ouders, leraar) zal ik eens toepassen op dit geheel. Dit doe ik niet alleen om het overzichtelijk te houden, maar ook omdat ik een zwak heb voor dit soort Enkhuizer Almanakachtige rijtjes (rust, reinheid en regelmaat - prachtig!). Voor alle partijen zie ik alleen maar voordelen.

Leerling
Als de nieuwe brugklasser ergens in de tweede schoolweek doorheeft dat hij de Dikke Van Dale en de Bosatlas niet permanent in zijn schooltas hoeft te houden, houdt hij nog steeds een indrukwekkend gewicht aan boeken over. Dan kun je wel allemaal nuttige tips blijven geven aan die arme kinderen, maar het torsen van een tas met een agenda, een minilaptop en nog wat los spul ziet er logistiek toch gunstiger uit, dunkt me.

Dat de leerling van nu geen handleiding zal gebruiken en het apparaat toch goed aan de praat zou weten te krijgen is geen nieuwigheid meer tegenwoordig. De minilaptop staat echter wel paraat om alle informatie te herbergen die normaal via het lesboek en bijeengekopieerd materiaal wordt aangeleverd. Als je zo'n kind vanaf dag één lessen geeft in elementair systeembeheer (met nadruk op zowel systeem als beheer) zit je mijns inziens al op het vlak van de diepere levenslessen: houd je zaakjes geordend. En ja hoor, dat kun je iedereen leren! (Niet zelden met tijd en geduld.)

Natuurlijk zal een kind zuinig moeten zijn op de laptop. Of het apparaat bestand is tegen een pubereuze driftbui is wellicht de vraag, maar een goede machine zal toch een kleine valpartij, gymschoenen in de tas of een plens thee moeten kunnen verdragen. Mijn oude Gameboy Advance SP heeft erger doorstaan en die werkt nog uitstekend. Robuustheid blijft een pre.

Ouders
Regel de zaken zo dat ouders ook openheid hebben over hetgeen zich afspeelt op het digitale machientje van hun kroost. Maak afspraken over het wissen van de zoekgeschiedenis (dat mag niet of het kind is verdacht), zorg dat alle opdrachten toegankelijk zijn te vinden op de elektronische leeromgeving van de school en vooral ook dat spinoff als resultaten eenvoudiger bij te houden zijn. Dat vergroot de betrokkenheid van ouders bij het leerproces van hun kinderen. Hé, als leerling zul je toch onderhevig zijn aan controle. Dan kun je beter meteen de discussie over openheid voor iedereen omzeilen door alle vitale data - gecontroleerd en persoonlijk - toegankelijk te maken. De laptop is eigenlijk van school, dus een bepaalde mate van openbaarheid zal eraan moeten kleven.

Leraar
Is de laptop van school? Zeker; nu de boekenlijsten voor ouders gratis worden, zal de aanschaf van het leermateriaal via scholen worden geregeld. Eigenlijk wordt zo'n ding daarmee van school, vind ik (voorbijgaand aan details dat een school de distributie, borgsom en administratie vermoedelijk zal uitbesteden aan een gespecialiseerd bedrijf). De kosten van één laptop zal ongeveer gelijkwaardig zijn aan de kosten van twee of drie schooljaren schoolboeken.

Schoolboeken zijn vervangbaar en naar mijn mening zou dat überhaupt vaker moeten gebeuren. Alhoewel het in het middelbare onderwijs met name gaat om het opdoen van parate kennis, is ook de lesstof voor veel vakken regelmatig onderhevig aan revisie. Zelf inzichten van historici kunnen leiden tot een nieuwe beschouwing van een tijdvak, een nieuwe aanpak of een nieuwe stand van onderzoek. De Bataafse Opstand zal in het jaar 69 blijven, maar nieuwe ontdekkingen daaromtrent moeten per definitie leiden tot een nieuwe druk. Ik ben geen groot econoom, maar zo'n editie kost meer tijd (dus geld) dan een herzien stuk tekst op internet. De kwestie van het grotere gebruiksgemak hoef ik - meen ik - ook niet nader te betogen.

Voor het mooie vak Nederlands moeten typische onderbouwactiviteiten als zinsontleden, woordbenoemen en spellen toch ook in interactieve lik-op-stukoefeningen en -toetsen verpakt kunnen worden? Op de SSgN (Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen) zijn ze al heel ver met zulk lesmateriaal. Sterker nog, als je leerlingen hier op gezette tijden aan laat werken, houd je volgens mij nog veel meer ruimte over voor handschriftontwikkeling, tekstverklaren en absoluut ook de leuke, creatieve kanten van het vak. Ik zou het wel weten...

De combinatie met een digitaal schoolbord lijkt mij nog het meest ideaal. Van mijn Canisiuscollega biologie/ANW Marco Thörig weet ik dat hij middels allerhande animaties lastige lesinhoud veel beter kan uitleggen dan aan de hand van het plaatje uit het schoolboek. (En dat doet hij verdomd goed!) Koppel je het beeld van het bord aan een toets via je elektronische leeromgeving en je kunt heel veel snel en tussentijds controleren of je alle leerlingen ook online hebt aangaande jouw uitleg. (Verbind je level ups aan dat toetsen, daag je wellicht nog meer uit tot het opdoen van kennis.)

Als ik de geruchten mag geloven, zijn de Italiaanse collega's zachtjes om aan het gaan voor de laptop. Critici heb ik nog niet veel gehoord, wel mensen die het moeilijk vinden om het oude, vertrouwde schoolboek los te laten. Hé, bij Nederlands moeten ze heus nog boeken lezen, hoor! Levert langdurig staren naar een scherm hoofdpijn op? Heb je wel eens enige tijd in een schoolboek gelezen? Gaat het vermeerderde gebruik elektriciteit niet ten koste van het milieu? Onderzoek maar eens hoe goed de ouderwetse papierhandel is voor onze planeet. Voor de scholen lijkt de komst van de minilaptop in elk geval veel beter. Vooral als de gebouwen van al het papier weer uit de voegen barsten in de toetsweek.

donderdag 29 januari 2009

Onderzoeksvragen: digitaal versus analoog zinsontleden

Even een korte overweging die te maken heeft met een eigenaardig fenomeen. Althans, ik vind het een fenomeen. Het heeft te maken met digitaal toetsen.

Stel: ik toets in een 2de klas havo/vwo zinsontleden. Laat ik zeggen in 2 klassen. Ik geef een kort slootje (schriftelijke lesoverhoring) waarin ik 20 zinnen opvoer. In elke zin is een zinsdeel of een stuk daarvan onderstreept. De leerlingen moeten aangeven wat het zinsdeel is: werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp of bijwoordelijke bepaling. (Meer niet...) Na het corrigeren - ambachtelijk handwerk - blijkt dat de leerlingen gemiddeld ongeveer 8 fouten maken per persoon.

Maar dan: ik stop precies dezelfde toets in de computer. Op Moodle of iets dergelijks maak ik hem digitaal. Ik laat de zinnen één voor één at random aan mijn proefpersoon verschijnen. Die komt uit een van de 2 parallelklassen met precies dezelfde soort leerlingen als bij toets 1. Uit de correctie - automatisch geüpload naar een spreadsheet - blijkt dat de leerlingen gemiddeld ongeveer 3 fouten maken per persoon!

Dat geeft toch te denken, vind ik. Natuurlijk is mijn onderzoek niet representatief. Het gaat me hier ook niet om dit precieze voorbeeld, maar om het principe. Collega's die Frans geven hebben iets dergelijks ook al opgemerkt. Voor mijn gevoel (gebaseerd op enkele jaren proefondervindelijke onderbouwing) is hier wel iets aan de hand: letten leerlingen beter op als een computer de vraag nakijkt? Dwingt een computer meer omdat die onverbiddelijker overkomt dan een mens?

Het is heel leuk om hier over te filosoferen en te theoretiseren. Wat gebeurt er als ik alle digitale zinnen wel tegelijkertijd in beeld breng? Wat zou er gebeuren als ik mijn analoge toets als boekje presenteer en op elke bladzijde 1 zin zet?

Het lijkt me leuk om een onderzoek hierover te beginnen. Wie wil dat gaan uitvoeren? Een leuke student?
(P.S. De illustratie heb ik op een digitaal schoolbord gemaakt en die circuleert op de elo van het Canisius College.)