zondag 6 januari 2019

Nashvilleverklaring: doorwerking van middeleeuws gedachtegoed

Vandaag kwam het nieuws aan het licht dat een grote groep orthodox-gereformeerde en -hervormde predikanten en gelijkaardige notabelen een zogenaamde 'Nashvilleverklaring' hebben ondertekend. Dat is een Nederlandse vertaling van een document uit de Amerikaanse biblebelt over 'Bijbelse seksualiteit'. Wat dat zo ongeveer is staat daarin. In het document leeft allerlei middeleeuws gedachtegoed voort dat allicht niet thuis hoort in een tijdperk waarin emancipatie zich eindelijk heeft doorontwikkeld tot inclusiviteit.

Middeleeuws gedachtegoed
Wat min of meer in de late, verstedelijkte middeleeuwen opgeld doet is het idee van het gezin als hoeksteen van de samenleving. Om allerlei pragmatische redenen is het handig als in de nieuw opgekomen en drukbevolkte steden de verhoudingen tussen man en vrouw helder worden gedefinieerd. De man gaat buiten de deur geld verdienen en de vrouw zorgt voor het huis en de kinderen. De werkelijkheid is nooit zo zwartwit gescheiden geweest, maar de idealen waren duidelijk.

Een populair verhaal vanaf de late middeleeuwen tot in de vroege twintigste eeuw als model heeft gediend is dat van Griseldis (oorspronkelijk uit de Decamerone van Boccaccio). Dat gaat over een edelman, Gautier, die wil trouwen met het eenvoudige boerenmeisje Griseldis. Om aan zijn hofhouding te tonen dat zij een geschikte echtgenote is vernedert hij haar op allerlei vreselijke manieren en toch ondergaat zij alles zonder te klagen. Een vrouw moet immers gehoorzaam zijn aan haar man, zo is de boodschap.

In het historielied Griseldis staan de huwelijkse voorwaarden van Gautier het beste verwoord - beter nog dan in de prozaroman, waarop het lied is gebaseerd. Deze condities beslaan maar liefst vijf strofes (16 - 20):


‘'t Belieft u Vader gepresen,
dat gy sylt myn Huysvrouw zyn.
Salt uwen wil ook wesen,
daar op berichten myn.
Ofte ik u, Lief verheven,
traut voor myn Huysvrouw saan?
Ofte gy my al u leeven
sou wezen onderdaan?’


Een vrouw moet dus onderdanig zijn aan haar man. De man is de baas in huis. Een vrouw mag ook niet boos worden op haar man. Ook niet als hij een slechte beslissing neemt. Zij mag immers niet twijfelen aan zijn oordeel:

‘Gy sult tot geene tye
op my wesen vergromt,
maar altoos even blye,
wat u ook overkomt.
Dat gy tot geen termyne
sult zyn op myn verstoort.
Stelt uwen wil in myne,
als een goe Vrouw behoord.’


‘Sy sprak: ‘Genadige Heere,
ik dat niet weerdig ben,
te komen tot sulker eere.
Maar is dat uwen zin,
myn genadige Heer verheven,
zoo gedenkt immernigt
dat ik u al myn leven
zal geeve een kwaad gezigt.’


Griseldis belooft dat ze volledig trouw zal zijn. Zelfs als hij haar besluit te doden, dan nog zou ze dat dankbaar aanvaarden:

‘Ik sal myn Heer verheven,
als een goe Vrouwe ziet,
gehoorzaam zyn myn leven
en doen dat gy gebied.
Om de vriendschap te werven,
dat my mag komen aan.
Al soud gy my doen sterve,
ik sal 't in dank ontfaan.’


‘So waar ik een Vrouw misdaedig,
deed ik myn Man verseer.
Gehoorsaamheid gestaedig,
dat is der Vrouwen eer.’
Hy sprak tot al zyn Heeren
ende Jonkvrouwe fyn:
‘Siet, deese schamel deeren
sal myn Huysvrouwe syn.’


Waar zijn de LGBTQ+-mensen?
Pas ergens in de achttiende eeuw zijn mensen die geen heteroseksuele gevoelens hebben voorzichtig uitgekomen voor de gevoelens die ze wel hadden. Geen wonder dat we in verhalen en teksten voor die tijd geen LGBTQ+'ers tegenkomen zoals we ze tegenwoordig allemaal erkennen. In de Bijbel zul je dan ook vergeefs zoeken naar een uitspraak van Jezus over de - zeg even voor het gemak - niet-hetero's. Ja, iets over eunuchs in Mattheüs 19:12, maar dat is a. niet hetzelfde en b. onderbouwd met zoiets als: 'Wie het begrijpt begrijpt het.'

Vrij veel theologen zijn het erover eens dat de Bijbel dan ook niet letterlijk geïnterpreteerd moet worden. En als je dat wel doet, dan zul je de context in ogenschouw moeten nemen. Die context kunnen we niet helemaal doorgronden, aangezien de laatste teksten uit de Bijbel stammen uit de eerste eeuw en er zit nu eenmaal een hoop tijd tussen toen en nu. Zoals wat we nu middeleeuwen noemen en vroegmoderne tijd, waarin weer allerlei nieuwe interpretaties van de Bijbel de ronde zijn gaan doen.

Iets over Bijbelse verdraagzaamheid
Boven de Nashvilleverklaring wordt een psalm aangehaald: 'Weet dat de HEERE God is; Híj heeft ons gemaakt – en niet wij –…' Psalm 100:3. Laten we even meegaan in die gedachtegang. Als God ons allemaal heeft geschapen, dan heeft hij allerlei mensen van ons geschapen als L, G, B, T, Q of +. Eerlijk is eerlijk.

Van Jezus weten we dat de kern van zijn boodschap twee elementen bevat: ten eerste dat je God met heel je hart, ziel en verstand moet liefhebben. Dan zul je dus ook zijn creaties moeten liefhebben. Dat betekent dat je zuinig moet zijn op de hele schepping, op de aarde en dus ook op elkaar. Voor de duidelijkheid is dat dan ook element twee: heb je naaste lief zoals jezelf. Het wordt in Bijbelvertalingen nogal eens het Grote Gebod genoemd (Mattheüs 22: 34-40).

Dat Grote Gebod na te leven vergt veel moed. Je zult dus niet zomaar mogen oordelen. Ook niet of een L, G, B, T, Q of + allerlei gevoelens moet onderdrukken of ontkennen. Of jouw hulp daarbij nodig heeft. In die zin zou het alleen maar toe te juichen zijn dat je de regenboogvlag uithangt. En niet teveel rommel maakt.

We hoeven ons dan ook niet allemaal voort te planten. Sommige mensen kunnen dat nu eenmaal niet. Jezus' volgeling Filippus was dan ook uitermate verdraagzaam voor zo iemand in Handelingen 8: 26-40.

Venster naar het verleden
Wat de ondertekenaars van de Nashvilleverklaring schetsen biedt ons een indrukwekkende blik naar een geromantiseerd verleden dat nooit echt heeft bestaan. De werkelijkheid is nu eenmaal te weerbarstig. Ik ben benieuwd of Jezus - met de kennis van nu - het zelf ondertekend zou hebben. Ik meen van niet.

Wat ik schandalig vind is dat met de heren Van Dijk en Van der Staaij een Eerste en Tweede Kamerlid openlijk getuige achter dit document te staan. Is dat niet in strijd met Artikel 1 van de Grondwet, want discriminatie? Dat mag wel eens gerechtelijk onderzocht worden.

De Nashvilleverklaring vind ik zoiets als het Openluchtmuseum: je bent daar kortstondig gefascineerd bij het idee dat mensen water moesten halen bij de dorpspomp, moesten poepen in een koud hok boven een gat en sliepen op stro. Als je naderhand naar huis gaat ben je blij dat je thuis stromend water hebt, een hangende wc en een dekbed. En wifi. Ofwel: dat je leeft in het heden. De in de verklaring opgestelde ideeën over seksualiteit horen aantoonbaar thuis in een ander tijdperk dan het onze.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten