Zojuist viel ik in een herhaling van een tv-uitzending op National Geographic Channel: Ape Genius. In dat programma werd het leren van apen vergeleken met dat van mensen. Natuurlijk zijn mensen beter uitgerust om zich nieuwe zaken eigen te maken, maar wat zijn nu precies de verschillen met de dieren?
Het zit hem eigenlijk in twee zaken: mensen hebben van nature de neiging om samen te werken en mensen zijn vatbaar voor complimenten. Daar bovenop hebben mensen ook nog het vermogen om te bouwen op de kennis, vaardigheden en ervaringen van hun voorgangers.
Door aapjes te kijken zie je eens te meer dat het klopt dat samenwerken diep verankerd zit in ons systeem. In de uitzending werd getoond hoe kleine kinderen wijzen op van alles. Mijn dochtertje Lotte zit nu ook in die fase. Dat wijzen vereist een complexe mentale oefening; je focust op een object en je wijst daarnaast iemand anders ook nog daarop. In de film werd aangetoond dat apen dat vermogen niet hebben. Het vermogen om dingen aan te wijzen, dus om dingen te delen met andere mensen, markeert het beginpunt van onze behoefte om samen met anderen dingen te ontdekken en uit te zoeken.
Als je aan het ontdekken slaat, dan is het natuurlijk fijn als er iemand langs de zijlijn staat die je complimenteert en aanmoedigt. Zo bezien is al aan hele kleine kinderen te zien dat het belangrijk is te weten dat niet de - zeg maar - leerstof centraal staat, maar het kind zelf. Dat blijft een wijze les.
Dus zelfs op zondagochtend kun je nog eens worden geconfronteerd met enkele basiswaarden van goed onderwijs - en van evolutie: samenwerken en de leerling/student centraal zetten.
Over game-based storytelling, teambuilding, persoonlijkleiderschap, blended learning en andere vehikels voor het vergroten van vertrouwen.
zondag 3 oktober 2010
zaterdag 2 oktober 2010
Huiswerk in de vorm van een game?
Gisteren haalt Nu.nl het AD aan met een stuk over een nieuwe game voor kinderen. Bovenbouwkinderen van de basisschool zouden hun huiswerk kunnen maken in de vorm van een game, volgens de kop van het stuk. Dat klinkt als een leuk idee.
Het gaat hier om de website Squla, die naar eigen zeggen 'de leukste plek om te leren' is. Het geheel is mede mogelijk gemaakt door toetsinstituut Cito. Een rondleiding leert me dat kinderen quizvragen moeten beantwoorden over allerhande schoolvakken. Daarbij kunnen kinderen zichzelf feitelijk voorbereiden op de Cito-toets. Leuk is dat niet alleen de vorderingen worden bijgehouden in statistieken, er worden ook allerlei prijzen uitgedeeld. In gaming is het behalen van awards al enige tijd een zeer gewaardeerd goed. Dat klinkt allemaal dus als een leuk idee.
Naast dat er verschillende avatars van bekers en prijzen in de virtuele prijzenkast gezet kunnen worden, is het ook mogelijk dat het kind spaart voor prijzen in de echte wereld. Zo kunnen tegoedbonnen van allerhande winkels verdiend worden na verloop van tijd. Dit is een van de ideeën waar ik mij niet helemaal op mijn gemak begin te voelen.
Hoe leuk het ook is om een website te maken, het is niet echt een game op deze manier. Vanuit het GALC-principe geredeneerd is er geen sprake van Gameplay en ook niet echt van Coop, al zijn er wel diverse Level Ups te verdienen. Het geheel is één grote, buitengewoon goed doorwrochte digitale toets. Iemand die veel tijd heeft en de kwaliteiten van het Cito-collectief is in staat om iets dergelijks te maken in WinToets of een elektronische leeromgeving.
Hoe dan ook, ik ben dus überhaupt niet zo op mijn gemak als het gaat om al dat gehype om die Cito-toets. Die prestatiedwang en bijhorende gradaties van faalangst... dat staat me allemaal nogal tegen. Op zichzelf is er niets mis met een behoorlijk geobjectiveerde toets die leerkrachten helpt om hun leerlingen naar de juiste middelbare school te sturen, maar ik heb het gevoel dat er steeds meer druk op de schouders van de kinderen komt te liggen. In de reacties van kinderen zie ik een kind schrijven dat zij dankzij Squla veel relaxter de Cito-toets ingaat. Dat bevestigt wat er al borrelt in mijn gemoed.
Op zichzelf is het leuk, al die prijzen en de mogelijkheid om tegoedbonnen te winnen om mee te winkelen. Maar waarom zou je de wortel-en-stokmethode hanteren om kinderen tot leren aan te zetten? Dat is immers wat de site beweert te zijn, een plek om te leren. Wat is er mis met andere vormen van leren? Met andere woorden, het enige dat een kind leert op Squla is om zich voor te bereiden op het multiple choice-gebeuren.
Bovendien moet je voor dit alles ook nog betalen. Voor een luttel bedrag ben je lid van Squla. Dat suggereert dat je ineens bent aangesloten bij een club, maar feitelijk ben je abonnee van een dienst. Maar goed, die termen worden al langere tijd niet meer van elkaar onderscheiden, lid en abonnee.
Squla is dus een leuke manier om je voor te bereiden op de Cito-toets. Je moet ervoor betalen en het brengt je binnen in een vrolijke, complexe structuur van toetsen, statistieken en prijzen met de hoge kwaliteitseisen van het Cito. Het biedt je een eenzijdige manier van leren en voor mensen die graag presteren onder dwang, of die denken dat hun kinderen daarbij gedijen, is de site een uitstekende plek. Een game is dit alles echter helemaal niet.
Labels:
cito,
elektronische leeromgeving,
elo,
squla
Abonneren op:
Posts (Atom)