Zojuist viel ik in een herhaling van een tv-uitzending op National Geographic Channel: Ape Genius. In dat programma werd het leren van apen vergeleken met dat van mensen. Natuurlijk zijn mensen beter uitgerust om zich nieuwe zaken eigen te maken, maar wat zijn nu precies de verschillen met de dieren?
Het zit hem eigenlijk in twee zaken: mensen hebben van nature de neiging om samen te werken en mensen zijn vatbaar voor complimenten. Daar bovenop hebben mensen ook nog het vermogen om te bouwen op de kennis, vaardigheden en ervaringen van hun voorgangers.
Door aapjes te kijken zie je eens te meer dat het klopt dat samenwerken diep verankerd zit in ons systeem. In de uitzending werd getoond hoe kleine kinderen wijzen op van alles. Mijn dochtertje Lotte zit nu ook in die fase. Dat wijzen vereist een complexe mentale oefening; je focust op een object en je wijst daarnaast iemand anders ook nog daarop. In de film werd aangetoond dat apen dat vermogen niet hebben. Het vermogen om dingen aan te wijzen, dus om dingen te delen met andere mensen, markeert het beginpunt van onze behoefte om samen met anderen dingen te ontdekken en uit te zoeken.
Als je aan het ontdekken slaat, dan is het natuurlijk fijn als er iemand langs de zijlijn staat die je complimenteert en aanmoedigt. Zo bezien is al aan hele kleine kinderen te zien dat het belangrijk is te weten dat niet de - zeg maar - leerstof centraal staat, maar het kind zelf. Dat blijft een wijze les.
Dus zelfs op zondagochtend kun je nog eens worden geconfronteerd met enkele basiswaarden van goed onderwijs - en van evolutie: samenwerken en de leerling/student centraal zetten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten