maandag 19 augustus 2019

Manager of leraar zijn van een Spider-Man (m/v/x)?

Is hij (m/v/x) nou een autist of gewoon een chronische dwarsligger? Is hij een betweter of een chaoot? Hoezo lacht hij niet als alle anderen dat wel doen of verlaat hij dat feestje zo vroeg? Heeft hij een autoriteitsprobleem of heeft hij permanent last van aanstelleritis?

Je zou ze de kost moeten geven: managers (en leraren) die niet weten hoe ze moeten omgaan met iemand die in het spectrum hoogbegaafd-hoogsensitief-hooggevoelig zit. Natuurlijk wil elke manager het beste uit zijn collega's halen, maar hoe zit dat met die ene collega die de hele tijd zo obstinaat lijkt te zijn? Hoe ga je met zo'n persoon om?

In de klassieke verhalen plaatste auteur Stan Lee Spider-Man altijd in vreselijke dilemma's: óf hij bracht een speciaal medicijn naar het ziekenhuis om het leven van zijn terminale tante May te redden, óf hij moest de bevolking van New York behoeden voor een afschuwelijk plan van een of andere superschurk. Óf hij ving drie bankrovers, óf hij zorgde dat hij op tijd was voor een afspraakje met een leuk meisje dat zijn geheime identiteit niet kende. Zowel Peter Parker als Spider-Man blunderde zich door zijn leven heen, schijnbaar van tegenslag naar tegenslag. Het maakte hem 'de meest menselijke van alle superhelden'.

Toch weten de leraren, leidinggevenden en mentoren zich dikwijls geen raad met Peter Parker of Spider-Man. Andersom is dat ook het geval: in (deze maand) 57 jaar aan verhalen heeft de briljante student Peter Parker meer dan eens zijn studie stopgezet, meer dan eens een leraar gesproken die 'het ook niet weer weet' met hem, een leidinggevende gehad die klaagde over dat zo'n slimmerik als hij iets toch wel beter had moeten weten of collega-superhelden tegen zich in het harnas gejaagd vanwege een bepaald, buitengewoon ingewikkeld idee dat Spider-Man alleen had en hij door gebrek aan tijd niet kon uitleggen. Hij heeft zo, zó vaak gelijk gehad en het pas achteraf gekregen en zó vaak doordat iemand anders met zijn ideeën aan de haal ging.

Meer dan eens heeft Spider-Man aan zichzelf getwijfeld. Anders dan allerlei Avengers voelde hij zich buitengesloten, afgekeurd of overprikkeld. De klassieke Peter Parker werd gepest. Hij was het jongetje met de bril, de nerd, degene die blijer was met een microscoop voor zijn verjaardag dan met kaartjes voor een pretpark. Na de dood van zijn oom Ben was hij de jongen met de haast verwoestende combinatie van perfectionisme en verantwoordelijkheidsgevoel. Spider-Mans gedachten zijn letterlijk een immens 3D-web dat hij vanuit elke hoek kan bekijken in zijn hoofd.

Wat Spider-Man zo tof maakt? Hij staat toch maar weer elke keer op als hij weer ter aarde is gestort. Zijn dilemma's zijn uitvergrote versies van onze werkelijkheid, maar hij maakt een keuze, staat ervoor en gaat verder met zijn leven. Hij is de essentie van de nerd die als laatste werd gekozen bij gym, die te lastige vragen had voor zijn leraar of die op allerlei momenten onderpresteerde omdat hij geen andere uitweg zag.

Spider-Man is tegenwoordig bovendien vooral een idee. Sinds de stripboeken (en de warm aan te bevelen film) van Spider-Verse kan iedereen het masker dragen: afkomst, leeftijd, geaardheid en zelfs diersoort: het maakt niet uit. Jij kunt ook Spider-Man zijn, als je de verantwoordelijkheden die erbij komen maar wil dragen.

Spider-Man managen: erkenning
Hoe je zo iemand managet? Daar is geen eenvoudig antwoord op te geven. Ik heb de wijsheid niet in pacht, want daar ga ik niet over. Niettemin zijn er - denk ik - wel wat hoofdlijnen die je speelveld bepalen. Het woord erkenning is de middenstip van dat veld.

Daarbij denk ik dat erkenning een bouwwerk is, waarbij eerlijk beoordelen en belonen (ook salaris dus) de grondstenen zijn. Complimenten geven is leuk, maar niet voldoende. Het hoogst haalbare voor iedereen, en met name een Spider-Man, is het geven van ruimte. Een goede manager investeert in de structuur waarop de ideeën kunnen ontstaan en groeien tot concrete zaken. Je mag erop vertrouwen dat er nooit een gebrek aan ideeën zal zijn bij je Spider-Man.

Spiegel, leraar, rolmodel
Meer dan aan mensen die richting geven of topdown leiding geven heeft een Spider-Man behoefte aan een rolmodel, een spiegel en een leraar op elk denkbaar niveau. Dat vergt persoonlijk leiderschap, vertrouwen en mildheid. Dat vergt eerlijkheid naar jezelf toe én naar je Spider-Man.

Een rolmodel zijn vergt geduld, want een idee bij een Spider-Man is gewoonlijk een web aan samenhangende ideeën en al bestaande zaken en processen. Zie je het niet meteen? Vraag door. Zie je het nog niet? Geef zichtbaar je vertrouwen aan je Spider-Man. Waar heeft hij behoefte aan? Alleen zijn ergens? 'Weet je wat? Ga even wandelen en dan praten we er morgen weer over als je dat wil.'

Leef voor dat de Spider-Man altijd bij je kan terug komen. Elke collega stelt het op prijs als je geregeld checkt hoe het gaat en of alles lukt. Neem de tijd voor het antwoord dat komt bij je Spider-Man of kom terug bij een kort antwoord (want dan is de tijd nog niet rijp).

Repertoire bouwen
Mensen zijn voor elke manager de factor waarvan ze 's nachts wakker kunnen liggen. Zij zijn de enige variabelen in bedrijfsmodellen en uitgestippelde beleidslijnen. Zij zijn degenen die zich het lastigste laten vangen in die modellen en lijnen. Tel dat bovendien dubbel voor je Spider-Man. Je wil die slimmerik echt wel in je team hebben, maar dat vergt repertoire. Zo'n repertoire is een combinatie van inlevingsvermogen, know-how hoe te reageren én ruimte voor opstaan na de laatste valpartij.

Hoe je zo'n repertoire opbouwt? Behalve door ervaring en geduld liggen de antwoorden opmerkelijk vaak waar veel managers juist hun neus voor ophalen: in allerlei vormen van beeldende kunst, literatuur en filosofie. Juist aan de alfakant van de wetenschappen bestaat een eeuwenoude traditie die de menselijke geest in al zijn vormen bestudeert en in beeld probeert te krijgen. Ben je niet zo belezen? Geen nood! Daar bestaan trainingen voor. Met lukraak lezen kom je ook al een heel eind, want ik geloof niet dat er zoiets bestaat als het verkeerde boek. Houd je alleen van sci-fi? Dan begin je daar? Als je maar leest! Als je maar inleeft!

En anders begin je eens aan een Spider-Man-strip of -film. Dat is prima repertoire.

maandag 5 augustus 2019

Hoe genees je complottheorieën?



BBC News heeft vandaag een alleraardigst filmpje gepubliceerd hoe je complottheorieën kunt herkennen. De makers onderscheiden drie ingrediënten:

  1. Samenzweerders. Een groep rijke, machtige individuen met snode plannen: de tempeliers, rozenkruizers, de Illuminati, de vrijmetselaars, de Joden, de Rothshields, de moslims, Big Pharma, de zogeheten elite. De lijst is schier eindeloos.
  2. Het boosaardige plan. De samenzweerders hebben een groot, geheim plan om op een of andere manier over de wereld te heersen. Geen middel schuwen ze daarbij. In het geheim zouden ze ons vergiftigen door vliegtuigsporen of medicijnen, of door mensen uit centraal Afrika op ons af te sturen of noem maar een theorie.
  3. Massamanipulatie. Wij, de massa, de mensen die niet deel uitmaken van deze complotten, worden gemanipuleerd. Onze hersenen worden overspoeld met nieuws dat er géén complot is, dat we rustig kunnen gaan slapen, dat we gewoon kunnen vertrouwen op bankiers, artsen, wetenschappers en politici. De media moeten het geregeld ontgelden. 
Mensen die geloven in één of meerdere complottheorieën zijn lastig te overtuigen van hun ongelijk. Waarom?
  1. Er ligt een oprechte zorg ten grondslag aan hun ideeën: ze maken zich zorgen over een wereld die groot is, die verandert en over zaken waar ze geen grip op hebben: aanslagen, hittegolven, overstromingen, vliegtuigen, wetenschappers.
  2. Complottheoretici fabriceren een indrukwekkend raamwerk aan argumenten die ergens aan de oppervlakte plausibel lijken.
  3. Ze betichten degene die níet geloven in de theorie snel ervan te slapen, niet te weten hoe de wereld echt draait of zelfs ervan verrader te zijn. Er moet een vijand zijn. Een zondebok. Imaginair of niet.
Wat kun je ertegen doen?
  1. Inlevingsvermogen aanspreken. Ga rustig tegen ze in en vraag door en door en door. Leef je in in hen: wat maakt ze zo bang? Welke verandering maakt ze bang? Welke grip voelen ze niet?

    Waarom vallen ze vroeg of laat in de handen van populisten? Van die types die handig inspelen op deze complottheorieën, op deze angsten? Die zich afzetten tegen een veronderstelde linkse kerk, tegen de bankiers, tegen media (Trump tegen CNN, Wilders/Baudet tegen de Volkskrant, Salvini tegen l'Unità - oh, en ik meen Hitler tegen de Frankfurter Algemeine), tegen mensen die langdurig onafhankelijk onderzoek hebben gedaan en resultaten zorgvuldig onderbouwd naar buiten brengen.
  2. Mildheid. We hebben allemaal hetzelfde gen ons kan laten geloven in niet-helpende zaken. We zijn allemaal opgevoed met vooroordelen, bewust en onbewust. We kunnen het elkaar dan ook vergeven dat we verschillende meningen hebben. Uiteindelijk heeft niemand echt een idee hoe de wereld precies in elkaar steekt. Vanuit die gedachte  zou je kunnen samenwerken aan wat wel helpt.
  3. Geduld. Tja. Niemand is gemakkelijk van zijn gewoontes af te brengen. Wacht. Als het een oude vriend is die zich heeft verloren in theorieën die uiteindelijk leiden tot verwijdering en haat: wacht. Ben mild. Vergeef.
In De begraafplaats van Praag beschreef Umberto Eco (Amsterdam: Prometheus 2011) hoe De protocollen van Zion tot stand gekomen moeten zijn. Een archetypische complottheorie: de joden gaan de wereldheerschappij op zich nemen om die en die redenen. Deze bij elkaar gefantaseerde protocollen liggen onder meer ten grondslag aan de Holocaust en je kunt ze in allerlei landen nog gewoon in de winkel kopen. Op allerlei plekken circuleert dit soort gedachtegoed ook op internet. Het woord Joden is regelmatig vervangen door andere verdacht gemaakte groepen. 

Een verontrustende bijgedachte is het gemak waarmee je via internet allerlei verzinsels kunt verspreiden. Dat gaat een stuk sneller dan in de 19e eeuw natuurlijk. Je kunt allerlei vervelende kanalen als 8chan wel blokkeren, maar zo'n handeling is een kortstondig obstakel in een rivier met stromende diarree. Het blijft maar komen.

Amos Oz waarschuwde in zijn essay How to cure a fanatic (Londen: Vintage 2012) overigens ook voor het extreme besmettingsgevaar van fanatisme. Het al te fanatiek bestrijden van fanatisme kan weer leiden tot anti-fanatieke fanatisten, anti-fundamentalistische dwepers of gelijksoortige fanatisten. Oz zegt dat je fanatisme, complottheorieën en extremisme niet kan uitroeien. Je kunt het wel keer op keer trachten hanteerbaar te maken door het vermogen voor te leven om om jezelf te kunnen lachen en door het vermogen om jezelf te zien als iemand anders. Mildheid is de sleutel.

Hoe dan ook, ik denk dat het herkennen en bestrijden van complottheorieën een belangrijke sleutel is in hoe we met extremisme moeten omgaan. Hulde dus voor de makers van het filmpje van BBC News.