woensdag 29 mei 2019

Fouten maken als nieuw begin

'Het is niet interessant als je een fout maakt, wat je daar vervolgens mee doet is interessant.' Dat roep ik graag. Mijn hemel, wat had ik dat alleen jaren eerder willen roepen. Maar tja, voortschrijdend inzicht gebeurt ook daadwerkelijk in het genoemde tempo: het schrijdt voort.

Fouten maken is in verreweg de meeste gevallen niet erg - uitgezonderd als er dodelijke of anderszins vreselijke gevolgen zijn. Van elke fout kun je leren, vooral van die foutjes zoals het aanslaan van een verkeerde noot in een muziekstuk, het laten vallen van een stuk taart in een Hollandse kring, het maken van een verkeerde berekening of een beslissing nemen onder de verkeerde voorwendselen. En van sommige fouten leren we nooit, zoals het stoten van je voet aan altijd dezelfde tafelpoot of het aanvaarden van een veel te hete bitterbal op een receptie. - Die krijg ik althans met moeite beschaafd weg, zeker als in conversatie.

Oh, het is niet dat ik nooit heb wakker gelegen van mijn eigen fouten. Toen ik hele dagen voor de klas stond waren ze zo gemaakt. Vooral tijdens zo’n achtste uur moest ik wel eens goed doorademen om niet een foute opmerking te maken, iets verkeerd uit te leggen of om iets te vergeten. Als je een veilig klimaat wist te scheppen met je leerlingen dan konden we alles van elkaar vergen, zeker op zo’n onbarmhartig moment van de dag. Soms, heel soms, dan lag ik wel wakker als ik een leerling onbedoeld had geraakt of als ik ‘s nachts ineens dacht aan wat ik niet had moeten vergeten.

Waar ik ook wakker van kon liggen als ik opschepperig was overgekomen op anderen. Dat ik tussen neus en lippen door iets vertelde dat ik had meegemaakt, of dat ik trots was op iets. En dan in een situatie waarin ik eigenlijk gefrustreerd was, omdat ik dáár ineens het tegenovergestelde voelde van wat ik zei.

Of het mijzelf overschreeuwen dat het wel ging. Dat heb ik wel een tijdje gedaan, terwijl ik leefde op koffie en paracetamol. Vooral in het middelbare onderwijs ging me dat snel af, want elke keer als ik dat werk te serieus nam dan knalde ik weer door zonder genoeg slaap en rust. Dan dacht ik aan al die leuke, aardige kinderen en vroeg ik me tegelijkertijd niet af of ze na verloop van enige tijd nog iets aan mij zouden hebben als ik op deze wijze door knetterde. Allicht niet, maar dat is wijsheid van achteraf.

Nu kun je heus met droge ogen beweren dat hoe je boodschap overkomt ook kan liggen aan de ander, maar daar gaat het mij niet om. Mensen interpreteren dingen op hun manier. Je kunt een liedje schrijven dat de ene draait op een bruiloft en de andere op een begrafenis. Hetzelfde liedje, andere interpretatie. Ga je niets aan doen.

Vrij snel na het moment dat ik besloot dat ik niet alles hoefde te weten is er een loden last van mijn schouders gevallen. Je doet wel je best, maar ineens in de goede richting. Gewoonlijk sta je ook stil, adem je door en ga je opmerkelijk vrolijk die kant op.

Dat ik als leraar naar iedereen altijd vergevingsgezind wilde zijn ging pas echt werken toen ik mezelf ook permitteerde fouten te maken. Dat klinkt als een cliché, maar zoals bekend bevatten clichés gewoonlijk waarheden. Ook ik heb moeten accepteren dat ik zelf verantwoordelijk ben voor elke keuze en dat zelfs elke uitkomst ooit het gevolg is van een keuze van mij, inclusief een lang spoor aan mensen die zich op een of andere manier door mij gekrenkt hebben gevoeld.

De fout als beleid
Hoe ik denk dat het niet moet heb ik ook wel eens ervaren. Als beginneling in het onderwijs. Op een school die door een vrij plotselinge toestroom van leerlingen allerijl in een grotere jas moest groeien. Er was een verwarrende cultuur van afrekenen enerzijds en aan de andere kant het afdekken van echte problemen met de zogeheten mantel der liefde.

Allemachtig, wat werd daar geklaagd door de langer zittende collega's. De leiding had geen oog voor ze. Ze spraken ze alleen als er iets fout ging. Een compliment kon er niet af. Vrijwel iedereen had in geen jaren een functioneringsgesprek gehad, laat staan een beoordelingsgesprek. Beleid werd top-down gemeld en onmiddellijk daarna gingen deze collega's hun lokalen in, om weer als vanouds hun gang te gaan. Vergis je niet, het waren over het algemeen goede leraren, met het hart bij het kind.

Ik herinner me een moment dat ik uit de les werd gehaald door een schoolleider. Op de gang kafferde hij me verschrikkelijk uit. Daarna beende hij rood aangelopen weg. En ik kon weer voor de klas, die doodstil door het ruitje naast de deur naar het tafereel had zitten kijken. Man, wat voelde ik me vervelend toen. De aanleiding was dat ik was vergeten om toetspapier in de envelop te stoppen bij een toets die ik had klaargelegd. Stom natuurlijk, maar de surveillerende collega bleek het goed te hebben opgelost door snel even een leerling naar de conciërge te sturen voor de blaadjes.

Dat deze uitvoering van beleid enige effectiviteit had kan ik niet ontkennen. Ik ben noch daar, noch elders ooit vergeten om zaken goed klaar te leggen. Had ik dat ook gedaan als de betrokken schoolleider me op een rustig moment even apart had genomen, voor mijn part een arm om me had heen geslagen en me even had gewezen op het aldaar geldende gebruik dat de leerlingen bij toetsen dingen willen opschrijven? Volgens mij was dat net zo effectief geweest.

Wat mijns inziens had geholpen was beleid dat uitgaat van het goede. Leiders die dat ook voorleven door oprecht en luidkeels te complimenteren. Door collega's zichtbaar te maken door te luisteren en pragmatisch op zoek te gaan naar oplossingen voor problemen. Door niet te focussen op boete en straf, maar op mildheid en vergeving.

De fase ná de fout als beleid
Later heb ik het in mijn persoonlijke beleid opgenomen dat met name de fase ná de als zodanig beleefde fout interessant is. Altijd is die interessanter dan de fout zelf. Als je dat voorleeft dan creëer je ook het aangename bijeffect dat mensen ook milder omgaan met jouw fouten. - Mensen die mij kennen weten dat ik bedreven ben in het maken van fouten. - Zo kun je samen een veilig en gezond klimaat maken.

Hopelijk nemen de oud-collega's in kwestie het mij niet kwalijk als ik hier een leuke herinnering aan hen noteer ter illustratie.

Een keer een grote klap achter de deur waar ik zat te werken in een knusse, gezellige dorpsbibliotheek. Een collega had net een bingospel laten vallen en alle balletjes rolden over de vloer. Alle kinderen die aan de bingo - de afsluiting van een voorleesmiddag - hadden deelgenomen waren net het gebouw uit. Na enig zoeken ontbraken alleen balletjes 15 en 31 nog. Mijn collega had inmiddels ook ergens tussen de vijftien en eenendertig keer verzucht hoe stom ze het vond van zichzelf om het spel te laten vallen.

Toen er twee jongens van bovenbouwleeftijd basisschool de bibliotheek binnen kwamen schoot ik ze meteen aan: of ze ons wilden helpen om de balletjes te vinden. Voordat we het wisten lagen de jongens op de grond en binnen een minuut waren ze gevonden. Een andere collega beloonde ze met een zakje chips (de mand met bingoprijsjes was minder interessant voor ze). Even later hoorden we een jongen nog net zeggen: ‘Ik ben echt blij dat je me naar de bieb hebt meegenomen!’

Kijk, dan kun je eigenlijk naar huis. Je dag kan niet meer mooier worden. We hebben onze collega dan ook bedankt. Als zij het bingospel niet had laten vallen, dan hadden we dat die jongen ook niet horen zeggen. De definitieve beloning was haar glimlach.

Fouten maken kan zo lonend zijn. Ze zijn gewoonlijk de inleiding naar wat beters. Een milde omgeving kan hierin helend werken. En heb je een serie fouten? Bingo.

maandag 20 mei 2019

Softie of verstandig? Beleid maken op grond van vergeving en verzoening

Wat zou er gebeuren als we beleid zouden maken op grond van vergeving of verzoening? Ik zat me dat serieus af te vragen toen ik op een suffe ochtend op social media heen en weer werd geslingerd tussen verontwaardiging over populistische filmpjes enerzijds en artikelen over de voordelen van de Europese Unie anderzijds. Ik zat het me af te vragen omdat er vrijwel geen onderwerp meer lijkt te bestaan waar niet onmiddellijk polarisering over ontstaat. Weet ik veel waarom, omdat we snel beledigd zijn, of omdat de hakken nu eenmaal in het zand moeten, want dat is traditie, omdat we nu eenmaal vrijheid van meningsuiting hebben. Zeg het maar.

Afijn, toen zat ik me te bedenken waarom ik toch zo graag in Nederland woon. Om dat te illustreren gebruik ik graag het voorbeeld van het aanleggen van een weg van a naar b. De kortste weg van a naar b is een rechte lijn en er zijn allerlei overheden in de wereld actief om zo'n weg in afzienbare tijd te trekken, geregeld ten koste van dichtbevolkte gebieden, waar flats worden ontruimd en gesloopt of ten koste van natuur of van alles en nog wat. In Nederland hebben we een lange traditie van samenwerken. Ons land is op die basis gesticht, daar komt het in grote trekken wel op neer. Dus zo'n weg van a naar b kost hier jaren van onderzoek, van inspraakbijeenkomsten met buurtcomités, milieuverenigingen en andere belanghebbenden. Het fijne is, als we dan na jaren en jaren een slingerweg hebben van a naar b (om een leuk buurtje heen, om een natuurgebied, om een stiltetuin, met een fietspad ernaast) dan zeggen we over het algemeen ook altijd: 'Ja, dat is een goede weg.'

Dat brengt me op mijn vraag of beleid maken op grond van vergeving en verzoening niet verstandig is. Of politiek bedrijven op die basis niet ook veel beter is. En om niet meteen alleen de softe, naïeve kant op te gaan ben ik eens in de materie gedoken.

Wetenschappelijk onderzoek naar vergeving
Op het moment van schrijven zijn er meer dan 2500 wetenschappelijke onderzoeken gedaan naar vergeving (volgens dit artikel). Deze onderzoeken variëren van het effect op de gezondheid van de mens die daadwerkelijk vergeeft, tot filosofische bespiegelingen over wat vergeven precies is tot aan de effecten voor de samenleving. Al deze onderzoeken laten een constant beeld zien die feitelijk goed nieuws inhouden: het is slim om te vergeven.

Er bestaat zelfs een prachtig Handbook of Forgiveness (2005) waarin de fenomenen vergeving en verzoening vanuit allerlei wetenschappen worden belicht. Ergens voorin het boek schrijven Jan de Waal en Jen Pokorny een interessant stuk over primaten (apensoorten die dichtbij de mens staan) dat uitwijst dat vergeving ook bestaat onder dieren. Dieren die elkaar onrecht hebben aangedaan begrijpen dat de sociale structuur weer hersteld moet worden. Daarbij tonen ze allerlei vormen van affectie naar elkaar: zoals kussen of knuffelen. Het lijkt erop dat vergeven een instinctieve manier is om samen te kunnen leven na onrecht.

Een ingewikkeld gebeuren
Vergeven zou ik willen omschrijven als het jezelf of iemand niet meer kwalijk nemen dat je op een of andere manier schade hebt ondervonden. Die schade kan materieel, lichamelijk of geestelijk zijn. Het kan zijn dat iemand iets van je heeft gestolen of stukgemaakt, dat iemand je heeft beledigd of veel erger. Het kan ook dat je zelf zoiets hebt gedaan. Vergeven kan een ingewikkeld proces zijn.

Wat samenhangt met vergeven is verzoenen. Dat is vrede sluiten met jezelf of (meestal) met iemand anders. Je accepteert van binnenuit dat de situatie is zoals die is en iemand anders ook. Je besluit om het elkaar te vergeven en om geen ruzie meer te maken. Dat klinkt simpel, maar als vergeven al ingewikkeld kan zijn is verzoenen dat al helemaal.

Vergeving en verzoenen zijn in de geschiedenis wel noodzakelijke stappen geweest om een nieuwe, opbouwende weg in te slaan voor ontwrichte relaties en zelfs samenlevingen. Te denken valt aan de stichting van de Bondsrepubliek Duitsland uit het puin van het Derde Rijk en nogmaals aan de hereniging met de DDR na 1989. Na het berechten van de belangrijkste leiders (op rechtvaardigheid komen we zo terug) is de gedachte in beide gevallen geweest: we kunnen wel iedereen die min of meer heeft gecollaboreerd gaan opsporen en vervolgen, maar dat is ondoenlijk. We zullen het iedereen moeten vergeven en samen de schouders moeten zetten op de wederopbouw.

Grote verzoeners vinden we doorgaans dapper. Neem Nelson Mandela of Mahatma Ghandi. Nelson Mandela heeft 27 jaar gevangen gezeten omdat hij zich als iemand met een zwarte gelaatskleur verzette tegen overheidsbeleid dat hem hierom minderwaardig behandelde. Toen hij werd vrijgelaten heeft hij zich verzoend met zijn onderdrukkers, om daarna te bouwen aan een nieuwe samenleving. Is Zuid-Afrika al een samenleving waarin iedereen gelijke kansen heeft? Nee, maar de inwoners zijn hard op weg. De reden dat we Ghandi als een held zien ligt besloten in hetzelfde gegeven: na meer dan 150 jaar onderdrukking en geweld door de Britten heeft hij hard geijverd voor verzoening na de onafhankelijkheid van wat tegenwoordig India, Pakistan en Bangladesh is.

Hoe pragmatisch vergeven en verzoenen ook mag zijn voor een samenleving, gemakkelijk is het hele proces niet. In Rwanda kan men daarvan getuigen. Daar heeft de grootste genocide plaatsgevonden van de afgelopen 25 jaar. Juist in gevallen van zulke zware misdrijven zal het verschillende generaties vergen om tot samenwerking te komen. Ter vergelijking: het heeft zeker twee generaties geduurd voordat Nederlanders genuanceerder werden ten aanzien van Duitsers. Vlak na de oorlog waren de herinneringen aan de bezetting, de verwoestingen en de Holocaust te fris om te beseffen dat niet alle Duitsers nazi’s waren of zelfs schuldig waren aan enige misdaad. Zo’n proces kost dus tijd.

Een proces van vergeving kent twee fases: één ervoor en één erna, zo schreef Frère Roger van Taizé (Brief uit Taizé 1997). Aanvankelijk zijn er allerlei gevoelens en argumenten die het idee opwerpen dat vergeving en verzoenen niet mogelijk zijn. Als dat dan toch is gelukt, erna dus, dan proberen mensen elkaar te begrijpen in plaats van elkaar alleen met argumenten te overtuigen. De moeilijkheid zit dus in de fase ervoor.

De fase vóór vergevingHet besluit om te vergeven hangt af van een aantal factoren die uiteenvallen in drie categorieën situationele, relationele en persoonlijke (volgens een bijdrage van Mullet, Nevo en Rivière aan voornoemd handboek). Uit al die voornoemde onderzoeken blijken deze constanten te zijn in het hele proces van vergeven en verzoenen. Er is dus niet één recept dat daartoe leidt, maar er zijn wel vaste ingrediënten.

De situationele factoren hebben te maken met de ernst van de fout. Mensen die ernstige schade hebben ondervonden zullen er langer over doen om het een dader te vergeven, zeker als de consequenties op enigerlei wijze als vreselijk worden ervaren. Wat ook uitmaakt is of een dader de intentie had om iemand pijn te doen, of dat een dader spijt heeft of tot compensatie wil overgaan.

Relationele factoren hebben te maken met de nabijheid van een dader. Als slachtoffers en daders familie, vrienden of zelfs collega’s zijn, dan willen ze eerder tot vergeving overgaan om weer een bepaalde leefbaarheid te creëren (denk aan de primaten). Andere zaken die meespelen zijn of er sprake is van een verschil van hiërarchie is in de relatie. Groepsdruk kan het vergevingsproces ook beïnvloeden.

Met name je vermogen of je jezelf ook kunt vergeven bepaalt de persoonlijke factoren. Kun je het jezelf vergeven dat je iemand schade hebt berokkend? Dan schijn je gemakkelijker andere mensen hun fouten te kunnen vergeven. De ernst van de situatie hangt ook enorm af van welke waarden jij zelf hanteert. Sommige mensen vergeven het zichzelf gemakkelijker als ze toch dat ene extra koekje hebben gepakt - en ze pakken er nog één. Voor andere mensen kan zo’n extra koekje nog tijdenlang een negatieve uitwerking hebben. Als er buiten jezelf ook nog andere mensen schade ondervinden van welke handeling dan ook, dan speelt je persoonlijke vermogen om te vergeven weer zwaarder mee.

Vergeven betekent uiteindelijk niet dat je iemand acties goedkeurt. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: ‘Ik snap dat je niet beter weet, maar ik vind het niet leuk dat je het hebt gedaan. Ik vergeef het je omdat je het niet beter weet.’

Vergeven is dus ook niet iets dat je kunt afdwingen. Het zal uit jezelf moeten komen en dat is niet altijd gemakkelijk. Het is je eigen keuze en die kan afhangen van de situationele, relationele en persoonlijke factoren.

Een belangrijke persoonlijke factor is dat je je eigen grenzen goed moet kennen. Je moet je bewust zijn van wat je wel en niet waardeert en waarom dat zo is. Worden je waarden bepaald door wat je diep van binnen werkelijk vindt, of is er op een of andere manier toch nog druk van buitenaf?

RechtvaardigheidsgevoelVergeven is niet zomaar een naïeve daad. In allerlei gevallen zal er wel degelijk een gevoel van rechtvaardigheid moeten zijn voordat er tot vergeving wordt overgegaan. Vooral bij ernstige misdrijven vinden mensen het gewoonlijk prettig als er een behoorlijke straf wordt uitgedeeld aan de dader. Het gevoel of de straf voldoende vergeldt wat er is misdaan speelt een belangrijke rol in alle vergevings- en verzoeningsprocessen, in kleinere en in grotere kringen (vergelijk Staub).

Rechtvaardigheid is een ingewikkeld begrip waarbij altijd in meerdere of mindere mate een kloof wordt ervaren. Deze kloof heeft te maken met de afstand tussen hoe men de daad wil vergelden en hoe dat ook daadwerkelijk gebeurt. Niet zelden wordt er om strenge straffen geschreeuwd bij ernstige misdrijven, zeker als groepsdruk gaat meespelen als complicerende factor.

Boeken en literatuur worden ook interessant gevonden als er een bepaalde mate van wraak in voorkomt, want gematigde of geproportioneerde wraak is eigenlijk saai (vergelijk Murphy). Juist van mensen die geen spijt hebben van hun misdaden vinden we het gemiddeld genomen niet zo erg als ze flink worden gestraft door ons rechtssysteem. En als ons rechtssysteem in onze ogen faalt dan vinden we het heerlijk om naar superhelden te kijken die het recht in eigen hand nemen, al dan niet verzameld in teams waarin wrok of rechtvaardigheid in de naam zit: The Avengers of The Justice League. Wrok komt voort uit het gevoel dat we iets waardevols niet graag kapot zien gaan.




De fase ná vergeving: gezonder!
Uit psychologisch onderzoek uit 2001 en daarna blijkt al dat vergeven gezonder is dan wrok koesteren: letterlijk is het beter voor je lichaam. Mensen die vertellen vergevende gedachten te hebben ervaren een grotere mate van controle over hun eigen leven. Daarbij komt dat ze ook minder lichamelijke stressfactoren laten zien: zo waren hartslag, bloeddruk en spierspanning lager. Vergeven is gezond.

Vergeven heeft een positieve invloed op je vermogen om creatief te zijn. Iemand anders heeft geen macht meer over je. Je kunt weer bouwen, want de wrok zit niet meer in de weg. Bepaalt gedrag keur je nog steeds niet goed, sommig verdriet blijft, maar je bevrijdt jezelf van negatieve emoties naar de dader.

Frère Roger, de man die sprak over ‘ervoor’ en ‘erna’ in het proces van vergeving en verzoening, heeft van dit alles zijn levenswerk gemaakt. Hij is vermoord door een verwarde vrouw in 2005 en het eerste dat zijn opvolger deed is het haar vergeven. Daarmee wierpen hij en zijn medebroeders eventuele wrok onmiddellijk van zich af. De gevoelens van verdriet en afkeuring waren er niet minder om, maar het maakte ze vrij om zo zuiver mogelijk te kiezen op welke manier zij hun toekomst zagen.

Conclusie
Stel dat we nu eens beleid zouden maken op grond van vergeven en verzoenen, is het gemakkelijk om elkaar te vergeven dat we bijvoorbeeld nu eenmaal allemaal vooroordelen hebben? We zijn opgevoed zoals we zijn, we hebben gelezen wat we hebben gelezen, gezien wat we hebben gezien. We zijn allemaal bevooroordeeld op een of andere manier, dunkt me. 

Dus kunnen we het elkaar vergeven? Dat hangt van allerlei factoren af. Maar op zichzelf genomen moet het in de meeste gevallen mogelijk zijn.

Is het gezonder voor onszelf? Het lijkt er wel op. Je bent geen softie, maar behoorlijk verstandig, zo blijkt.

Is het gezonder voor onze professionele cultuur en voor onze samenleving in het algemeen? Het lijkt er wel op.