Een aardige en soms confronterende manier om te bestuderen hoe seksistisch je bent is om een Ambivalent Sexism Inventory Test te doen (tevens wellicht goed voor je Engels). Dat gedachtegoed komt voort uit de Amerikaanse psychologie (Glick & Fiske) uit de jaren 1990. Het idee is dat verreweg de meeste mensen onbewust en onbedoeld seksistische opvattingen hebben. In de test kun je reageren op uitspraken als 'Vrouwen worden graag positief gediscrimineerd, maar vermommen dat als gelijke rechten', 'Je bent pas een vent als je de liefde hebt van een vrouw' of 'Bij een ramp moeten vrouwen verplicht eerder gered worden door mannen'.
Deze theorie is niet los te zien van het invloedrijke Gender Trouble (1993, als Genderturbulentie geredigeerd in onze taal te lezen) van de Amerikaanse filosoof Judith Butler. Zij stelt dat wij allemaal genderneutraal ter wereld komen. Onze opvoeding, cultuur en maatschappij leert ons vervolgens dat we een bepaald geslacht hebben en dat daar een bepaald gedrag bij hoort. We kleden meisjes in jurken, laten ze met poppen spelen en jongens dragen broeken en worden geacht op avontuur te gaan. Van Butler's ideeën uit is de hele queer theory ontstaan die alle vormen van gender vanuit een filosofisch kader verklaren en plaatsen.
Wat we onze kinderen voorschotelen
Als ik me even beperk tot kinderboeken, dan heb ik het idee dat we over de hele breedte zeker meer verhalen kunnen lezen waarin jongens en meisjes samen optrekken en er geen grote 'genderturbulenties' zijn. We kunnen met een gerust hart heel wat kinderboeken aan onze kinderen voorlezen of door ze laten lezen. Toch meen ik dat er juist op het onbewuste niveau nog wel wat terrein te winnen is.
Nu beperk ik me nog wat verder, namelijk tot drie kinderboeken uit 2018, die momenteel met een ster te lenen zijn bij de meeste openbare bibliotheken. Het zijn alle drie prachtige uitgaven, met de nodige aandacht en zorg geschreven en geïllustreerd. Met de Ambivalent Sexism Inventory in mijn achterhoofd heb ik bij deze stomtoevallige selectie (deze drie waren op het moment van uitzoeken niet uitgeleend) zonder langer dan enkele minuten te zoeken wat bevindingen gedaan. Die som ik even per titel op.
Bakken met Jill | Jirn Schirnhofer
De creatieve en vrolijke Jill Schirnhofer is een groot idool van mijn dochters. Terecht, want ze schudt ogenschijnlijk gemakkelijk indrukwekkende tekeningen en friemelornamenten uit haar mouw en alles wat zij maakt ziet er meteen geweldig uit. We kunnen het de auteur misschien niet kwalijk nemen, maar in de marketingteksten wordt duidelijk dat het boek is 'bedoeld voor meiden die graag net zulke mooie en lekkere dingen willen bakken'. Je zou maar een jongen zijn die graag cupcakes wil versieren met glitters en chocola.
Juf Braaksel en de magische ring | Carry Slee
Carry Slee mag inmiddels een begrip worden genoemd in de wereld van het kinderboek. Deze laatste toevoeging aan haar grote oeuvre is een gelaagd verhaal over een basisschool waar een een leuke, jonge lerares wordt geteisterd door een vreselijk, oud wijf dat schoolhoofd is geworden, juf Brakel, 'Braaksel'. Een soort Bulstronk light naar mijn smaak.
'Ik heb een nieuwe regel ingesteld,' zegt juf Brakel. 'Hij komt ook op het scherm in de hal te staan, maar ik licht het toch nog even toe zodat er geen misverstand ontstaat. Vanaf nu worden hier op school geen verjaardagen meer gevierd. Die onzin kost alleen maar tijd. Met zingen voor de jarige en vertellen wat de jarige heeft gekregen en het trakteren, zijn jullie op zijn minst een kwartier kwijt. En dat gemiddeld 30 keer 15 minuten. Daan, hoeveel minuten zijn dat?'
Hoe dan ook, de duivel wordt niet genoemd, maar ook hier meen ik weer een onbewust, gedateerd verhaalmotief te zien. Slee had ook kunnen kiezen voor een ervaren, oudere schooljuf die in conflict raakt met zo'n management-kantoortaal-bullshitbingo-dame van midden dertig.
Kan Dr. Proktor Kerstmis redden? | Jo Nesbø
Ook hier een uiterst vermakelijk kinderboek, dit keer met allerlei kleine kleurenplaatjes tussen de regels door. Mijn negenjarige zelf was hier uiterst content mee geweest, als het toen al had bestaan. Toch lees ik vrij voorin (ik ben zo verstandig geweest het paginanummer niet op te schrijven, maar het is onder de 20, meen ik):
'Toen ik (= Bulle. MW) op poolexpeditie ging, zette ik mijn eigen leven op het spel en dacht maar aan één ding.' Hij stak een ongelooflijk klein wijsvingertje in de lucht. 'Vrouwen en kinderen - oké, vooral vrouwen - redden van de kou en de honger. Met eenvoudige hulpmiddelen. [...]'
Tijd voor discussie?
Kan het allemaal kwaad, die onbewuste verhaalmotieven? Weet ik niet. Ik ben geen expert. Wel vallen ze mij op. Wel komen de vragen in mij op wat we met dit soort dingen moeten als opvoeder, als pedagoog, als collectioneur. Als vader van twee dochters die in toenemende mate kritisch zijn vind ik het wel fijn om zelf zo bewust mogelijk met deze materie om te gaan. Met wat ze lezen, wat ze zien op tablet en tv en met het speelgoed dat ze al dan niet wordt opgedrongen. Wie het weet mag het in elk geval zeggen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten