zaterdag 29 oktober 2016

Sinterklaas is natuurlijk ook een twijfelachtige karikatuur!

"Sinterklaas kapoentje, gooi wat in mijn schoentje." Binnenkort wordt dat door heel veel mensen gezongen, waarvan er weer heel veel niet weten dat kapoen de betekenis heeft van "gecastreerde haan". Of die vergelijking nu tot stand is gekomen omdat de auteur allerlei mannelijk gereedschap niet nodig achtte bij een bisschoppelijk celibatair leven is niet meer te achterhalen, evenmin of het hierbij gaat om een rijmwoord op schoentje. Wel geeft het liedje te denken: van de Sint wordt op deze manier een twijfelachtige karikatuur gemaakt.

De vroegste vindplaats van het liedje waarin Sinterklaas wordt uitgemaakt voor een gecastreerde haan is in De Navorscher uit 1851, op bladzijde 361. Daar halen allerlei mensen herinneringen op aan liedjes die men heeft gezongen bij het zetten van de schoen. J.H. van Dale noteert de tekst:

Sint Niklaas, kapoentje! 
Leg wat in mijn schoentje, 
Al wat er niet inne kan, 
Leg dat dan maar achteran , 
Achter an het glaasje 
'k Dankje, Sint Niklaasje !

In elk geval is de H.H. van Dale-versie van Sint Niklaas, kapoentje eerder gebruikt dan in 1851, omdat de man dan put uit een jeugdherinnering. Deze liedtekst is enigszins anders en wat langer dan wat nu wordt gezongen. Hoe het tegenwoordig weerklinkt is het vroegst gepubliceerd door J.J.A.Goeverneur (die van Meester Prikkebeen), ergens rond het laatste kwart van de negentiende eeuw. Anders dan hoe ik de tekst zelf heb geleerd gooit Sinterklaas hier nog niet met spullen en hij wordt getutoyeerd:

Sinterklaas kapoentje
Geef wat in mijn schoentje
Geef wat in mijn laarsje
Dank je, Sinterklaasje. 

Geen vaste vorm
Sinterklaas mag dan een kapoen zijn, een vaste vorm heeft hij in de tijd van Van Dale en Goeverneur nog niet. Zo treedt de Sint in die tijd niet alleen naar buiten in de ons bekende rode bekleding, maar is hij ook gesignaleerd in het geel en in bruin bont. Die laatste uitdossing is goed te zien in Tante Keetje's Prentenboek uit 1854. Daar is Sinterklaas te zien in een outfit die eerder doet denken aan Klaasvaak: een blauwe muts, een bruine baard, een jas van bont met een maillot en puntschoenen eronder.

Een prent uit ongeveer iets na die tijd laat ons bijvoorbeeld weer een gele Sint zien. Deze prent is gedrukt in zwart wit en daarna is er drie keer een sjabloon overgelegd met uitsparingen erin waardoor verf op de prent moest komen: één keer groen, één keer rood en één keer geel. De mijter en de tabberd zijn geel, de kleren onder de tabberd zijn rood. Of hier een vergissing is gemaakt door degene die verantwoordelijk is geweest voor het inkleuren valt niet meer te achterhalen. We constateren hier in elk geval een Sinterklaas in andere kleuren dan het overheersend rood van tegenwoordig.

Dat rode tenue is ook niet iets dat een bisschop gewoonlijk draagt. Ook een rode mijter met daarop een groot, gouden kruis is ongebruikelijk in de Rooms Katholieke Kerk, de organisatie waar bisschoppen oorspronkelijk vandaan komen. Daar draagt de bisschop alleen een mijter als hij functioneert tijdens een mis. Anders draagt hij heel andere kleding. Bovendien is al deze kleding wit.

Bedenkelijke kindervriend
Herkenbaar op de afbeelding van Tante Keetje is wel dat Sinterklaas hier een kind in een zak stopt. Het dreigement dat deze zogeheten kindervriend een ondeugend kind in een zak kan stoppen en van huis en haard mag weghalen heeft in mijn jeugd nog altijd bestaan. Voor een kindervriend heb ik dat altijd bedenkelijk gedrag gevonden. Gewoonlijk leiden ontvoeringszaken waarbij kinderen betrokken zijn tot enige paniek in de media. In diverse Sinterklaas-bundels vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw komen wij het kinderen-in-de-zak-motief tegen.

In de Sint-Nikolaas-vertellingen voor de jeugd van C. van Schaick uit 1849 stopt de heilige ook een kind in een zak. Daar blijft het alleen niet bij in deze uitgave. Eén prent maakt duidelijk wat "wie stout is [krijgt] de roe" eigenlijk betekent. Sint Nicolaas - in rode tabberd - is juist een woonkamer binnen getreden waar een vader, moeder en een zoontje aan tafel hebben gezeten. Blijkens de positie van de stoel heeft de Sint het jongetje plotseling opgetild, wat het knaapje in de hand heeft gehad ligt op de grond. Vervolgens tuigt hij de jongen duchtig af met een stok. Het jochie lijkt te spartelen onder de ferme greep. De moeder lijkt meewarig toe te kijken en de vader schijnt zijn handen te willen aftrekken zijn zoon, alsof hij altijd al heeft gezegd dat hij voor galg en rad zou opgroeien. De roe wordt ferm gegeven aan het kind. De kapoen kan in elk geval nog goed overweg met dát apparaat.

Uit de gedichten en afbeeldingen blijkt dat volwassenen het volkomen normaal vinden dat er een bisschop hun huis kan binnenvallen, om hun kroost te ontvoeren of een pak slaag te geven. Het zijn hier ook allemaal solo-acties van de Sint. Vooralsnog valt er op de aangehaalde prenten geen knecht of helpende vriend waar te nemen.

Tijd voor actie?
Het feit dat Sint Nicolaas nog altijd wordt bezongen als gecastreerde haan en dat hij nu een rood kostuum draagt wijst erop dat de figuur van oudsher wordt bespot. Hij is een twijfelachtige karikatuur. Zou dat komen omdat negentiende-eeuwse gereformeerden niet zomaar een bisschop als held mochten presenteren aan hun kinderen? Zouden zij een spitting image hebben gekozen omdat zij Sinterklaas ooit hebben willen behouden voor hún kinderen?

En: is dit alles reden om een actiegroep op te richten voor bisschoppen die zich beledigd moeten voelen? Er zijn op het moment van schrijven 28 Nederlandse bisschoppen actief. Zouden zij zich achter dranghekken moeten ophouden bij de eerst volgende intocht? Of sowieso boze katholieken? Moeten we Sinterklaas niet laten evolueren tot een daadwerkelijke kindervriend, in carnavaleske kledij, die alleen nog cadeautjes en snoep uitdeelt in plaats van kinderen in zakken te stoppen of te meppen? 

Oh nee. Wacht. Die kindvriendelijke, vrolijke Sinterklaas hebben we tegenwoordig natuurlijk al.

Leuk voor iedereen
Sinterklaas lijkt me bij uitstek een feest waar we heel zuinig op moeten zijn. Sinterklaas is in die traditie veranderd van een Byzantijnse bisschop uit de Oudheid in gestaltes met korte baard, lange baard, bruine baard, witte baard en met bruine, gele, rode en witte kleren aan. Het uiterlijk van de Sint heeft dus nooit echt uitgemaakt en zelfs de achterliggende waarden zijn meegegroeid met hun tijd. En we leven nu en dat is het enige dat uiteindelijk telt. Het is goed dat het Sinterklaas-feest meegroeit met zijn tijd. Net zoals het goed is dat zijn knecht - die ook pas het vroegst te constateren valt rond 1850 in de dan al eeuwenoude traditie - ook enigszins veranderd is en nog altijd verandert. Wij leven - de hemel zij dank - immers niet meer halverwege de negentiende eeuw.

Van oudsher zijn we in Nederland erg goed in samenwerken. Dat vind ik een ongelofelijk belangrijke waarde die wij, volwassenen, onze kinderen kunnen meegeven. Dat alle kinderen welkom zijn, gewoon omdat zij zijn wie ze zijn: kinderen. En dat we dat even allemaal een beetje kunnen zijn, zo aan het einde van het jaar.

Als Sint en Piet symbool kunnen staan voor samenwerken, voor verbinding, en niet voor belachelijk, ongefundeerd geschreeuw over en weer, dan vind ik dat een groot goed. Leve Sinterklaas! Leve Zwarte Piet! We hebben alles in handen om er samen, met alle kinderen en met elkaar, een leuk feest van te blijven maken.

Klik hier voor een klein overzicht van verschillende verschijningen van Sint Nicolaas in het Rijksmuseum.

dinsdag 18 oktober 2016

Langzaam de Bronstijd verlaten met de speelgoedgids

Huilend stond mijn dochter destijds voor me, toen ze BB8 ( zeg maar de Olaf van Star Wars) bij het speelgoed voor jongens aantrof bij de Bart Smit. Natuurlijk heb ik onmiddellijk gezegd dat ze me moest aankijken en dat ze álles in deze winkel mag hebben. Binnen bepaalde budgettaire grenzen althans. Seksegescheiden speelgoed vind ik immers een voortbrengsel van denkpatronen die stammen uit de Bronstijd, daarom mag zij rustig ingewikkelde ruimteschepen bouwen van LEGO of een trui kopen met stormtroopers erop. Desalniettemin lijken we op het oog soms enige progressie te boeken op het vlak van het zogeheten jongens- en meisjesspeelgoed. De samenstellers van de eindejaarlijkse speelgoedcatalogi van Bart Smit en Intertoys (binnenkort één bedrijf) hebben de seksescheiding in elk geval al verwijderd uit de inhoud. Wie beter kijkt ziet dat er een hoop optisch bedrog is, maar laten we hoopvol blijven.


Wie door de speelgoedgidsen bladert ziet echter nog steeds alleen meisjes in prinsessenjurken en jongens in ridderkleren, meisjes met theeserviesjes, jongens met gereedschapskisten en de eeuwige LEGO-dozen die stoere ninja's bevatten voor jongens en pastelkleurige vriendinnenkermissen voor meisjes. Eén keer wordt het patroon doorbroken, ergens in de Bart Smit-gids, waar een meisje een lichtzwaard vasthoudt. Ze zou zowaar mijn dochter kunnen zijn.

Is het erg dat speelgoedfolders stereotypen tonen? Ik vind van wel. Sinds 1990 wordt algemeen aangenomen dat je geslacht niet alleen wordt bepaald door je fysieke kenmerken, maar vooral door de manier waarop je je gedraagt en hoe je je bijvoorbeeld kleedt. Gender is performatief. Dat opent het denkraam naar een praktijk waarin je weliswaar een piemel kunt hebben, maar waarin je je verder niet als een stereotype man hoeft te gedragen: je mag een jurk aan. Onder veel, veel meer. De gevolgen van dit soort denken zijn erg positief voor een samenleving, dunkt me. Twijfelgevallen zijn mogelijk en deze hoeven niet meer laatdunkend te worden becommentarieerd door de omgeving als manwijf of mietje. Je mag gewoon zijn wie je bent. Sterker nog, nu uit de biologie het idee komt overwaaien (februari 2015) dat het idee dat er twee seksen zijn simplistisch is, mag het gedachtegoed uit de Bronstijd definitief worden afgeworpen wat mij betreft.

Ondanks wat sommige schreeuwlelijke populisten je willen laten geloven, wonen we in een van de fijnste landen op aarde hier in Nederland. Je kunt hier je geluk behoorlijk nastreven, overleg is gewoonlijk de basis van een besluit en je kunt trouwen met degene van wie je houdt. Niemand hoeft immers alleen oud te worden, daar zijn de meeste fatsoenlijke mensen het wel over eens. Als een vrouw zich in de openbare ruimte wil begeven in een broek, wordt dit in verreweg de meeste grondgebieden van ons land geaccepteerd. - Regio's daargelaten waar allerlei meisjes zich omkleden in het fietsenhok, omdat zij op hun school geen broek mogen dragen, vanwege denkwijzen uit de Bronstijd. - De vraag rijst waarom speelgoedcatalogi in ons fijne land nog steeds alleen maar stereotypen laten zien.

Eén van de interessante stukken die viral zijn gegaan onder mijn zogeheten vrienden op social media is een blogbericht geweest van Martin Gijzemijter, waarin hij beschrijft welke reacties hij heeft gehad op het feit dat zijn driejarige zoon in een prinsessenjurk rondloopt. Is het erg dat hij rondloopt in een Frozen-jurk? Welnee, zou ik zeggen: "Laat het los, laat het gaan!" Juist kinderen moeten de volledige vrijheid krijgen om hun eigenheid ten volle te ontwikkelen. Zij mogen alles hebben uit de speelgoedgids. Binnen budgettaire grenzen. In die boekwerken is geen jongen te zien in een jurk en - op dat Star Wars-meisje na - geen meisje in een mannelijke superheldenoutfit.

Een buitengewoon voorzichtig hoera is desalniettemin op zijn plek dat de inhoudsopgave in de speelgoedboeken van Bart Smit en Intertoys alvast geen specifieke jongens- en meisjesafdelingen aankondigt. Nu is het echter tijd om de pagina's daarachter onder handen te nemen, als we tenminste een daadwerkelijk vrije keus willen geven aan onze kinderen. Als wij, volwassenen, onze kinderen kunnen meegeven dat we ze nu eens écht erkennen zoals ze zijn, dan zijn we eindelijk weer wat schreden verder verwijderd van de tijden waarin men het smeden van ijzer nog moesten ontdekken.