dinsdag 15 mei 2012

Examen Nederlands niet nuttig? Ho eens even!

"Vwo-examen Nederlands niet leuk en niet nuttig", kopt het op de website van Onze Taal. Als je zoiets leest, dan ben je toch even benieuwd, als neerlandicus. Dat deze bewering voor rekening van Onze Taal komt, zie je onmiddellijk als je doorklikt naar het artikel van Bas Jongelen dat hier blijkt te worden aangehaald: het is Jongelen te doen om de samenvattingsopdracht. Volgens hem was het eindexamen Nederlands in zijn tijd nog min of meer het echte werk, terwijl hij de samenvattingsopdracht van nu "een kunstje" noemt. Ik ben het niet met hem eens.

Toegegeven, ik ben niet gelukkig met de opdracht om geleid samen te vatten. De reden is echter inhoudelijk: dikwijls wordt er bij het CITO - op subpuntenniveau - een inhoudelijke keuze gemaakt die ik niet helemaal volg als ik op eigen kracht het examen maak. Dat betekent dat het voor leerlingen schier onmogelijk wordt om het totale aantal scorepunten te behalen.

De geleide samenvatting is in deze vorm gegroeid, omdat voorgaande vormen moeilijker waren om geobjectiveerd te corrigeren. Om die reden bestaat de tekstverklaring vooraf ook voornamelijk uit multiplechoicevragen. Door het aanbrengen van een aantal criteria waaraan een samenvatting moet voldoen, is de uiteindelijke tekst van de leerling in een aantal stukken te verdelen die weer op zichzelf nagekeken kunnen worden. Dat is de reden waarom het CITO ooit aan deze vorm van samenvatten is begonnen.

Als je goed naar de inhoud van zo'n opdracht kijkt, dan zie je dat een leerling nog steeds moet uitvinden welke zaken er allemaal in zijn eigen tekst moeten zitten. Sommige punten bestaan uit twee of meer subpunten en met alleen het opschrijven van kernzinnen haal je nog niet eens een derde van de totale score. Bovendien krijg je vrijwel nooit punten als je de tekst achter de structuurduiders alleen al hebt overgepend. Een kunstje is deze opdracht zeker niet, maar gelukkig is het ook allerminst. Maar als iemand mij een betere vorm van examineren kan leveren, dan hoor ik die graag.

Dat een tekst niet leuk is, dat zie ik ook. Volgens mij is dat een vuistregel bij het CITO: nooit een leuke tekst  in een examen stoppen. Teksten bij Nederlands gaan al jaren over zaken waarmee leerlingen zich ten gunstigste tien jaar later gaan bezighouden, maar deze teksten zijn gelukkig nog niet zo oubollig als die van het examen Frans. Die teksten vind ik altijd nog erger.

Ik stel mij ook zo'n situatie voor bij het CITO. Dat er 's ochtends zo'n werknemer juichend binnenkomt met een tekst uit de Elsevier of een dergelijke bron:
- "Jongens, nou heb ik toch een leuke tekst!"
- "Doe maar gauw weg. Daar gaan we niets mee doen. Vergeet het maar."

Jongenelen beweert in zijn stuk bovendien iets dat mij tegen de borst stuit: poëzieonderwijs zou volgens hem alleen maar zijn voor de mooiigheid; nuttig zou het niet zijn. Volgens mij is juist het tegendeel het geval. Totdat de mensheid in staat is om op telepatische wijze met elkaar te communiceren - en je mag je ernstig afvragen of dit ooit het geval zal zijn - zullen we behept zijn met taal, een primitievere vorm van communicatie. De meeste taaluitingen zijn mededelingen, vragen en anderszins zakelijke boodschappen. Het is ook belangrijk als mensen proberen om een niveau hoger te gaan zitten door gevoel te willen omzetten in taal door middel van poëzie of om het even welke andere vorm van kunst. Jonge mensen op dit verschijnsel en op de basale technieken wijzen vind ik een groot goed.

Elk jaar heb ik wel weer een paar van die knapen wiens enige poëtische kennis zich uitstrekt tot hetgeen tijdens pakjesavond plaatsvindt of bij wie het enige bekende rijmgoed het refrein van het clublied van N.E.C. is. Ik vind het fijn dat ik het repetoire van kan verbreden en kan verdiepen. Daarnaast: als ik een gedicht met leerlingen analyseer op het digibord, laat ik met allerlei kleuren zien wat de dichter allemaal in zo'n tekst heeft gestopt. Als ik dan vraag of de leerlingen de dichter in kwestie een vakman (-vrouw) vinden, dan gaan toch altijd haast alle vingers omhoog, los van de smaak. Kennis van literatuur en van poëzie blijf ik van eminent belang vinden, mensen die mij kennen weten dat ik dit al vaak genoeg heb gezegd.

Het gezeur over taalvaardigheid van jongeren van nu is niet  van de lucht, ook niet in de commentaren op het weblog van Jongenelen. De analyse voor dit probleem is moeilijk, bestrijkt meerdere onderdelen en jaren en ook een oplossing is meerledig. In elk geval weet ik zeker dat het niet goed is dat een vwo-leerling in de bovenbouw maar twee lesuren effectief Nederlands heeft. (Daar moet je nog een derde uur aan toevoegen dat wordt besteed aan keuzewerktijd of een andere vrucht van de Tweede Fase.) volgens mij is er geen land in de wereld dat zo weinig moedertaalonderwijs geeft aan de hoogste intellectuele opleiding. Graag had ik eens de tijd en rust om eens met mijn leerlingen uitgebreid het schrijven van een fatsoenlijke tekst of het lezen van een mooi stuk proza te behandelen. Nu is Nederlands voor veel leerlingen het sluitstuk op de begroting; alle andere vakken lijken belangrijker. Langetermijndoelen, zoals goed kunnen samenvatten, is iets dat je leert door veel te oefenen en die tijd alleen al hiervoor is er veel te vaak veel te weinig.

Gevoelens onder woorden brengen is goud. Maar het is meer dan zilver als je goed kan omgaan met welke tekst dan ook. Totdat er wat beters wordt bedacht om te examineren voor het mooie vak Nederlands is de combinatie tekstverklaren en samenvatten de beste optie, niet eens de minst slechte. Gezien alle reacties op onderaan het stuk van Jongenelen durf ik deze bewering gerust te doen; verreweg de meeste gaan slechts over een aspect van Jongelens tekst en niet over het geheel. - En dan zwijg ik over het taalgebruik hier en daar. - Bovendien: ook bij het genootschap Onze Taal zou het samenvatten van iemands artikel in één zin nog even geoefend moeten worden, in dit geval.

1 opmerking:

  1. Mag ik toch even attenderen op wat Bas Jongenelen in het gelinkte artikel over poëzieonderwijs schreef? ik citeer:

    "Dat nutteloze is prachtig! De kennismaking met literatuur voor volwassenen hoort op het voortgezet onderwijs thuis en ik vind het belangrijk dat er veel lesuren aan besteed worden."

    Zoals ik al op Neder-L reageerde: heerlijk, uw geconverseer over het examen Nederlands!

    BeantwoordenVerwijderen