"Deze canon bevat geen onwrikbare ijkpunten," heet het in de reclamefolder van de uitgever, "maar presenteert onze middeleeuwse geschiedenis op toegankelijke wijze voor een breed publiek." Naar mijn mening maakt Kuipers deze bewering ook prima waar. Voor totale nitwits op het gebied van geschiedenis is het boek wellicht wat hoog gegrepen; men moet immers toch het basale besef hebben dat er ooit Romeinen in deze contreien hebben rondgelopen en vagelijk gehoord hebben van Karel de Grote. Desalniettemin is het instapniveau laag, dus dat kan alleen maar goed zijn.
Over de onderwerpkeuze valt altijd te twisten, maar ik denk dat Kuipers een goede keuze heeft gemaakt met de 50 onderwerpen die hij hier presenteert. Geen van de traditioneel bij geschiedenislessen aangeboden onderwerpen en personen ontbreken en er is - voor mij weer belangrijk - ook prima aandacht voor de literatuurgeschiedenis. Op dat laatste gebied wordt dan ook weer canoniek gedacht, maar nogmaals: ik denk dat het goed is dat het instapniveau laag is in deze uitgave.
Kuipers beschrijft op een pakkende wijze hoe het leven in verleden tijden eruit gezien moet hebben voor de gewone mens. Hij maakt veelvuldig gebruik van fraaie afbeeldingen, kaarten en vogelvluchten die zijn verhalen kracht bijzetten. Voor het historisch besef van de op dit gebied minder ingelichte medeburgers is dat niet alleen erg goed, maar ook ik mag graag kijken naar plaatjes die verduidelijken hoe onze samenleving is geëvolueerd van afgelegen, woeste negorijen tot een verstedelijkte samenleving vol eigenwijze burgers.
Natuurlijk valt er wat af te dingen op het gebruik van schoolplaten of van Romantische schilderijen van ridders en jonkvrouwen, maar ik kan dat echt niet afkeuren als dit boek beoogt om voor allerlei mensen een opstap te bieden naar meer interesse voor ons middeleeuwse verleden. Wel doet de schrijver zichzelf soms wat te kort door deze afbeeldingen wat matig te duiden, evenals er soms wat slordigheidjes te ontwaren zijn. (Zo wordt er in de hoofdtekst gesproken over Radbod en onder het plaatje ernaast heet dezelfde man Radboud.) Maar goed, ik vind dat peanuts.
De literatuurverwijzingen kan ook wat als karig aangemerkt worden, maar ik kan me levendig indenken dat de auteur ook hier weer rekening houdt met de beginsituatie van de beoogde lezer. Die lezer wordt dan ook uitgenodigd om eens een museum te bezoeken, een - al dan niet door hem geschreven - andere canon te raadplegen. - Overigens, van mij mag je reclame maken voor je eigen producten, hoor. Daar zie ik niets verkeerds in. - Kuipers laat in elk geval zien dat hij prima op de hoogte is van de laatste inzichten van archeologen, geschiedkundigen en literatuurhistorici. Soms weidt hij wat ver uit over bijzaken, maar in de regel houdt hij zijn teksten kort en doelgericht. Och, en misschien is het nog best aardig om weer eens met Johan Huizinga's Herfsttij der middeleeuwen aan te komen. Je weet nooit tot welke vernieuwende inzichten mensen komen als zij dit goede, oude werk weer eens uit de kast hebben gehaald.
Voor mensen die een ontluikende interesse hebben op het gebied van de middeleeuwse geschiedenis van ons taalgebied is deze canon van J. Kuipers een leuke mogelijkheid om kennis te maken met dit alles. Ik vind zou het onzinnig vinden om te soebatten over keuzes en kleine oneffenheden; dit werk misstaat bij helemaal niemand in de boekenkast. Nederland in de middeleeuwen is een prettig boek voor koude winterdagen; elke avond kun je bij een behaaglijk haardvuurtje rustig even de uitgave openslaan voor één of meer van de korte hoofdstukken.
Jan J.B.Kuipers, Nederland in de middeleeuwen. De canon van ons middeleeuws verleden. Walburg Pers, Zutphen 2011.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten