woensdag 5 februari 2020

Over schijt aan de kinderen en bevroren rolfluïditeit

Chantal in actie
Was het nou Jeroen (32, gefingeerde naam) die zei: 'Ja, eh. En nou?' of het personage Chantal dat hij speelde? In het verhaal dat we met zijn collega's aan het vertellen waren via Perikelen, een serieus tafelrollenspel, gebeurde iets waardoor Jeroen bevroor. Of was het toch Chantal? Bovendien: de andere vier deelnemers waren eveneens in verwarring.

Jeroen had zich voorgesteld als ICT-specialist, bouwer van complexe systemen, ethisch hacker in zijn vrije tijd en speler van Final Fantasy XIV. Hij vertelde alleenstaand te zijn en te wonen in een ruim appartement. Vrij voorin de kennismaking vertelde hij ook nog graag pastagerechten te eten, want die waren eenvoudig te maken.

Ik had hem het personage Chantal gegeven, een freelance schrijver was van webcontent. Het bedrijf waarin de andere personages werkten was haar belangrijkste opdrachtgever en ze was heel gedreven, efficiënt en scherp. Haar moederschap zag ze hoe dan ook als haar belangrijkste functie in het leven, naast haar relatie met de vader van de twee.

Waarheen leidt de weg?
En toen ging de telefoon van Chantal. De personages stonden op precies het punt om, bewapend met allerlei scherpe en zware kantoorartikelen, af te dalen in een avontuur in een Arthuriaanse fantasiewereld. Of Chantal naar school wilde komen, want één van de kinderen was hard gevallen en moest naar het ziekenhuis.

Vrijwel synchroon aan het bevriezen van Jeroen barstten de adviezen los. De vader moest maar gebeld worden. De groep kon niet in de steek gelaten worden. Het mysterie moest opgelost worden. Voor Chantal zelf lagen er fraaie beloningen in het verschiet. Schijt aan de kinderen!

Normaal gesproken wil ik alles oplossen in game, in het verhaal. Het losgebarsten tumult en de radeloosheid aan de andere kant maakten dat ik alles even stillegde. Ik vroeg Jeroen wat er in hem omging. Hij zei: 'Ik weet het niet.'

'Je moet gewoon ...', hielp een collega.
Ik vroeg de collega of deze opmerking van hemzelf kwam of van zijn personage. Toen was hij ook stil.

De opdrachtgever had een klein team aan ICT'ers aan mij overgeleverd die hij empatischer wilde laten zijn. Hij had begrepen dat tafelrollenspellen daaraan kunnen bijdragen. Of ik niet iets voor deze mensen had liggen.

Vervolgens hebben we een interessant groepsgesprek gehad over wat in de methode-Lewis (Deep democracy) rolfluïditeit wordt genoemd. Dat je ervaart dat je op hetzelfde moment verschillende rollen hebt en moet omgaan met de emoties die daarbij horen (blij, want het avontuur lonkt plus bang, want je kind heeft iets). Als mens hebben we allicht verschillende rollen (collega, vriend, ouder, kind, klant). In groepsverband hebben we juist weer snel de neiging om onszelf of elkaar te reduceren tot één rol: jij bent toch blij? Jij bent toch die lolbroek?

De deelnemers buitelden over elkaar heen met voorbeelden. Ze putten uit hun eigen leven. Hoe ze wel eens vrienden hebben laten zitten voor iets wat op hun werk voorrang zou moeten hebben. Dat ze vroeger hun eigen moeder wel eens de schrik hadden aangejaagd met een vreselijke valpartij.

Die ervaringen vroeg ik ze vervolgens mee te nemen naar hun personages. Ze mochten in de beschrijvingen wat dingen opschrijven die wat meer diepgang gaven op dit gebied. Een minuut of drie hebben ze wat steekwoorden genoteerd.

'Schijt aan de kinderen,' zei Jeroen toen. 'Yes!', riepen de anderen. En we continueerden ons verhaal.

Het was een eerste bijeenkomst.