Vlak voor het einde van de zomervakantie, verbaast TV Gelderland met een opmerkelijke reportage over een traditie te Gendt. In beeld komt een grote groep mannen met een boomtak in de hand. Zij lopen achter elkaar in een optocht. Op zichzelf is het al opmerkelijk dat een tamelijk grote groep volgroeide mannen zich al zwaaiend met takken in processievorm begeeft in het openbare verkeer. Het meest opmerkelijke is dat niemand in de optocht nog weet waarom deze überhaupt plaatsvindt. "Het is gewoon traditie," is het antwoord. Voor hoe wij omgaan met veel tradities is de Gendtse met-boomtakken-zwaaien-feest exemplarisch, vrees ik. Mijns inziens getuigt het van enige domheid om aan tradities deel te nemen waarvan je de achtergrond niet kent.
Als tradities de vooruitgang remmen, is het de moeite waard om deze bij te stellen. Dat hoeft meestal niet rigoureus te gebeuren, alleen als een traditie indruist tegen veranderde waarden. Zo wordt inmiddels het slaan van kinderen door leerkrachten, ganzentrekken op de kermis of het publiekelijk radbraken van misdadigers als iets van andere tijden beschouwd. Discussies over vuurwerk of Zwarte Piet lopen tegelijkertijd onmiddellijk vast omdat een grote groep mensen hardnekkig weigert te luisteren. Op zijn minst is het de moeite waard om tradities te bestuderen.
Volgens mij vinden veel Gendtse mensen het interessant als een gestudeerd iemand eens het verband gaat zoeken tussen Sint Sebastiaan (de beschermheilige van de plaatselijke schutterij), die ooit stierf aan een boom en het gebeuren met takken. - Tenminste, op het oog ligt daar volgens mij een verband. - Zo'n studie geeft diepgang en betekenis aan de traditie. Waarschijnlijk blijft deze dan ook bestaan, want op zichzelf is er weinig fouts te ontdekken aan dit gebeuren - tenzij men een liefhebber van bomen is. Het bestuderen van deze traditie betekent dus tegelijkertijd een vooruitgang.
In zijn uitstekend beargumenteerde opiniestuk van een tijdje geleden gaat Max Westerman nog een stap verder: hij geeft critici op tradities eigenlijk vrijwel altijd gelijk. Zover zou ik niet willen gaan. De reden dat bijvoorbeeld literatuurhistorici - zoals ik - hun werk zo graag doen ligt hem niet in het feit dat zij graag gelijk krijgen. Eerder denk ik dat zij, wij, zo af en toe hopen een piepkleine bijdrage te leveren aan de vooruitgang in het algemeen door bewustwording van een stukje verleden. Aan elke discussie lijkt mij dit vooralsnog een betere bijdrage dan het bij wet remmen van vooruitgang, of schelden, of zelfs bedreigen.
Afijn, omdat tradities nogal eens de neiging hebben om vooruitgang te remmen, is het de moeite waard om deze te bestuderen. Gelijk hoef je niemand te geven, maar luisteren lijkt mij in elke discussie een voorwaarde. Die domheid om kritiekloos mee te doen aan tradities is niet per se geneeslijk door iedereen die deze bestudeerd voetstoots gelijk te geven. Echter, het uit de weg gaan van de discussie door om je heen te slaan als een klein kind leidt helemaal niet tot vreugde.
Van een grote domheid getuigt natuurlijk wel het wetsvoorstel van Geert Wilders omtrent Zwarte Piet. Deze wet dient geen enkel nut en bovendien rammelt, zoals vaker bij de PVV, de argumentatie. Evenmin dient het geen enkel nut dat de Hema onmiddellijk diametraal aan de andere kant lijkt te gaan staan. Er zijn allerlei kinderen die zich er nu al op verheugen een zwartepietendiploma bij elkaar te klimmen, klauteren en gymmen als de belangrijkste stoomboot van het jaar weer is gearriveerd en ik geloof (beargumenteerd, dat wel) dat kinderen niet racistisch worden geboren.
Mijns inziens is het nog steeds verstandig om Zwarte Piet geleidelijk te emanciperen, hoort vuurwerk thuis in bekwame en nog complete handen en mogen ook nieuwere tradities zoals Bevrijdingsdag niet zomaar verloren gaan. Soms tegen beter weten werk ik in onderwijs en wetenschap omdat ik wil blijven geloven dat domheid geneeslijk is. Geen enkele criticus zit te wachten op niet ter zake doend commentaar ("Rot op naar je eigen land", was bij mij nog een van de leuke) of op een tamelijk grote groep volwassen mannen die hem achtervolgt, gewapend met takken. Het bestuderen én bediscussiëren van welke traditie dan ook lijkt mij een goede bestrijding van domheid.