21st Century Skills spelen met name in de hersenen, maar ook in het klaslokaal en natuurlijk voornamelijk online. Wij roepen onze leerlingen en onszelf in stijgende mate zaken toe die te maken hebben met het mooie begrip mediawijsheid. Wij spreken gedragsregels af met leerlingen hoe om te gaan met elkaar in de digitale en in de analoge wereld. Dit alles doen wij met taal.
Op het Canisius College wordt al minimaal 10 jaar door allerlei neerlandici gesproken over het feit dat leerlingen steeds wat slechter lijken te worden in tekstbegrip, je weet wel, het Centraal Schriftelijk Eindexamen Nederlands. Toen ik op deze school kwam werken bestond er nog een heuse ladenkast met daarin per jaarlaag mappen met tekstverklaringen. In de loop der tijd is de hele 6 vwo-stapel uit de kast gehaald; deze toetsen waren te moeilijk geworden voor 6 vwo. Alle toetsen schoven door en voor de brugklassen moest nieuw materiaal gemaakt worden.
Afijn, inmiddels is ons tekstenbestand geactualiseerd en opgeschoond op een Skydrive gekomen, maar ook nu merken we dat normen voor toetsen met eenzelfde zwaarte versoepeld moeten worden. We beginnen ons waarlijk af te vragen of het taalniveau van onze leerlingen aan het afnemen is. Landelijk worden wij onderworpen aan taalniveaus, toetstoestanden en selectiecriteria voor beroepsopleidingen, want ook politici hebben inmiddels het idee opgevat dat er tenminste toch iets moet gebeuren. Immers, ook aan de taalproductieve kant wordt ervaren dat er veel te wensen is inmiddels; een stijgende meerderheid kinderen zou spellen als een kannibaal.
Of het erg is
Dit heb ik al vaker gezegd: ik had in geen ander tijdperk willen leven dan dit; het liefst was ik constant online en in verbinding met alles wat ik wil weten, vragen, bespreken of onderzoeken. Ik heb het gevoel dat veel van mijn leerlingen dit ook hebben. Weliswaar heb ik twee jaar geleden al eens geschreven dat ik vind dat leerlingen internet veel te eenzijdig gebruiken (een beetje opzoeken en een beetje plezier maken), maar desondanks lijkt het mij buiten kijf staan dat veel kinderen behoorlijk aan ongeluk grenzende gevoelens krijgen als zij zouden moeten opgroeien in een wereld met vijf kanalen op televisie, een bibliotheek en - ten gunstigste - een Commodore 64, zoals in mijn jeugd gebruikelijk was.
Internet biedt in een split second vanzelfsprekend veel meer dan taal alleen; allerlei zintuigen kunnen behoorlijk geprikkeld worden. Jonge mensen lijken daar veel gemakkelijker de weg in te vinden dan oudere: allerlei kaf wordt onmiddellijk van het koren gescheiden. Onbewust wordt het aangebodene zelfs tot kaf of koren benoemd. Het staat buiten kijf dat deze vaardigheden van eminent belang zullen blijven, al is het maar om simpelweg te overleven in de enorme diarree aan informatie die je dagelijks bereikt.
Toch denk ik dat leerlingen die zich laten opleiden voor de hogere intellectuele niveaus (vmbo-t, havo en vwo) in grotere mate moeten kunnen omgaan met grote teksten. Dat is niet alleen omdat lesmateriaal nogal eens traditioneel wordt aangeboden, maar vooral ook omdat heel veel nieuw wetenschappelijk onderzoek toch ook niet anders aangeboden kan worden dan door middel van precies verwoorde en genuanceerde taal. Externe motivaties zijn er ook: nu de exameneisen zijn verscherpt, beginnen de leerlingen in mijn 4 vwo-klas al te zweten als ze een onvoldoende terug krijgen voor een tekstverklaring Nederlands of Engels.
Wat te doen
Ik denk dat je als leraar minimaal drie zaken moet doen om ervoor te zorgen dat een leerling niet alleen het examen haalt, maar ook bewust, efficiƫnt en effectief kan omgaan met grotere gehelen aan teksten. Hieronder som ik - op basis van mijn ervaring en mijn gevoel - deze zaken op.
1. Stel hoge eisen!
Zachte heelmeesters maken stinkende wonden, dus stel schrijfregels op (begin een zin met een hoofdletter, spel correct, schrijf netjes, maak je blad of scherm duidelijk op, dat soort zaken). Vervolgens moet je jouw leerlingen consequent aan die regels houden. Trek dus bij tekstverklaringen of invuldingetjes ook rustig punten af bij spelfouten of andere overtredingen. Je zult merken dat aanvankelijk 70% van je leerlingen klaagt bij de eerste keer, maar dat 99% van hen uiteindelijk zorgvuldiger omgaan met hun taaluitingen.
2. Erken!
Zorg natuurlijk voor een pedagogisch klimaat waarin het normaal gesproken niet erg is om fouten te maken (hoe iemand zich hersteld toont pas hoe goed iemand is) en geef je leerling erkenning op alle mogelijke vlakken waar die dat verdient. Als je een compliment kunt geven, dan doe je dat. (En anders overigens niet.) Leg alles stil wat ruis veroorzaakt en de veiligheid binnen jouw pedagogisch klimaat kan bederven. Hoge eisen stellen kun je niet in een onveilige omgeving, want dat leidt tot stress en erger.
3. Wees creatief
Je zult zien dat je voortdurend in gesprek bent met je leerlingen over wat er op welke plek wordt gecommuniceerd, hoe dat is gebeurd en wat het effect was. Als jouw onderwijs altijd in het teken staat van de boodschap, dan ben je volgens mij precies aan het doen waar 21st Century Skills over gaan. Je zult een heel repertoire moeten gebruiken om alle informatie die op jouw leerlingen afkomt met hen te filteren en te structureren. Gelukkig kun je die ook vinden op internet; van social media tot mindmaps. Maar ik je moet ook niet aarzelen om leerlingen om de oren te blijven slaan met signaalwoorden, verwijswoorden, alineafuncties en argumentaties.
Vooralsnog zal taal de ruggengraat vormen van internet - vooral van het sociale gebeuren - en van de 21st Century Skills. Wat mij betreft kunnen leerlingen niet genoeg schrijven en lezen. Dat moet allebei even zorgvuldig gebeuren. En het fijne is - en dat blijf ik ook zeggen - jij bent de leraar, degene met ervaring. Door jou kunnen leerlingen ervaren hoe er gecommuniceerd wordt; van tweets tot grote artikelen, van zakelijke tekst tot indringend gedicht en van blog tot roman. Er valt immers nog veel te ontdekken en dat blijft gewoon leuk.